Afb. 3. De Kerkstraat te Woudrichem in 1910.
Het brede hids op nummer 27, rechts bij de
boom, was eertijds het ouderlijk huis van de
Machens (van: www.everyoneweb.com/
woudrichem)
onroerende nalatenschap omvatte landerijen
onder Woudrichem, Rijswijk (Noord-Brabant)
en Uitwijk.12 Mevrouw Machen-Macaine was
75 toen zij te Woudrichem, thuis aan de
Kerkstraat, op 8 januari 1841 overleed.13 Zij
werd, waarschijnlijk als eerste, op de geplande
rooms-katholieke begraafplaats aan de
Vissersdijk begraven. Daar staat anno 2008 nog
een steen die, zij het met foutieve vermelding
van 1840' als haar sterfjaar, aan haar herinnert;
kennelijk mede als dank voor haar inzet in 1835
en volgende jaren voor de totstandkoming van
de parochie Joannes Nepumusenus te
Woudrichem.14
Naast Charlemagne/Karel en Aglaé lieten Jean
Baptiste Machen en zijn vrouw nog vier
kinderen na: Lodewijk Constant (geb. 1791),
Ferdinand (geb. 1796), August (geb. 1803/4) en
Henri (geb. 1807). Lodewijk Constant, Ferdi
nand en August waren, evenals Charlemagne/
Karei, landmeter van het Kadaster geworden.
Over de geboorteplaatsen van de kinderen - we
zagen het al bij Charlemagne/Karel Eduard en
we zullen het nog bij anderen ervaren - bestaat
onduidelijkheid. Om in het Nederland van na
1813 hun Franse afkomst te verhullen zullen de
Machens hun 'roots' liever in Pruisen dan in
Frankrijk hebben gezien. Aanvullend, mogelijk
grensoverschrijdend, (archiefonderzoek zou
de waarheid boven tafel moeten brengen.
Charlemagne Eduard Christoph Machen (1794-
1881), liever 'ingenieur-géomètre' dan douanier
Zoals vermeld, kwam Charlemagne Eduard
Christoph Machen op 25 april 1794 onder
bijzondere omstandigheden en op een niet-
alledaagse plek ter wereld. Zijn vroegste jeugd
bracht hij door in Noord-Frankrijk, deels bij
zijn grootmoeder van moeders kant in
Audigny. Het zal 1804 zijn geweest toen zijn
moeder haar spullen in een vierspan laadde en
met haar drie in Frankrijk verblijvende
kinderen (Charlemagne, Aglaé en August) via
Cambrai, Maubeuge, Mons (Bergen), Brussel,
Luik, Maastricht en Venlo afreisde naar
Brünen, waar haar man voor zich en de beide
andere kinderen (Louis Constant en Ferdinand)
onderdak had gevonden. Daar, en vanuit de
latere woonlocaties in Duitsland, vermaakten
Charlemagne en Constant (diens roepnaam)
zich samen met de jacht, een bezigheid
waarmee Charlemagne zich bij zijn ooms in
Frankrijk vertrouwd had gemaakt. In 1807
- het zal zijn geweest nadat in Lackhausen op
23 mei zijn broertje Henri was geboren -
vergezelde de inmiddels 13-jarige Charle
magne zijn vader op diens verkennende reis
door het Koninkrijk Holland: via Arnhem,
Utrecht, Leiden, Den Haag, Scheveningen en
Rotterdam naar Gorkum, vandaar via
Zaltbommel te voet naar Nijmegen en tenslotte
terug naar Lackhausen. In twee weken uit en
thuis als voorbereiding op de repatriëring nog
datzelfde jaar of het jaar daarop.
Wonende op Reigersbosch zou Charlemagne
(hier verder doorgaans: Karei) al spoedig
kennismaken met de al genoemde, enkele jaren
oudere, in Woudrichem wonende Rudolphus
(Roelof) Johannes Heijligers, zoon van Jan
12 Brabants Historisch Informatie Centrum te 's-Hertogenbosch (BHIC), arch. Memories van Successie (MvS) Heusden, inv. nr. 11,
aangifte nr. 87 (15, 18 resp. 20 september 1828)
13 BS Woudrichem, akte 1841 nr. 1 (9 januari): zie ook noot 15
14 Hierover bij: Tom van der Aalst, Gemma van der Zwaan-Viester en Gerrit Jan van der Zwaan, 750 jaar parochie Woudrichem
(1836-1986), Amstelveen 1986
134