De Machens, landmeters voor de Nederlandse
doorstart van het Franse Kadaster
De mensen bij de namen
prof.dr.ir. Leen Aardoom
De in de jaren 1807-1832 ondernomen
kadastrering is misschien wel het grootste
project uit de landmeetkundige geschiedenis
van ons land. In rangen variërend van "élève"
('kwekeling') tot ingenieur-verificateur waren
er in de loop van de 25 jaren die de uitvoering
zou vergen ruim 400 landmeters bij betrokken.
Door naarstig speurwerk heeft ing. P.S. Teeling
hun namen en hun bijdragen aan de vergetel
heid weten te ontrukken.1 Deels waren die
eerste kadasterlandmeters oudgedienden die
nog vóór 1806 hun gewestelijke admissie
hadden behaald, maar de meerderheid van hen
leren we pas kennen tijdens de Verponding (het
zogenaamde 'Hollandse kadaster') die in 1807
onder koning Lodewijk Napoleon werd aange
pakt; anderen komen nog later, na de Franse
tijd. Van veel van die vroeg-19e-eeuwse nieuw
komers is niet gebleken hoe zij zich voor hun
beroep hebben bekwaamd.
Tot laatstbedoelde groep behoren vijf land
meters die Teeling opvoerde met de familie
naam Machen en de respectievelijke voorletters
of-namen: A.U., Karei Eduard, Ferdinandus
Felix Joseph, H.J. en L.C. Zij komen ten tonele
nadat in 1816 de kadastrering onder Nederlands
bestuur daadwerkelijk wordt voortgezet.
Ferdinandus F.J. en Karei E. woonden in 1816
in Woudrichem en laatstgenoemde zou in 1791
in Pruisen zijn geboren, aldus Teeling.
Gezamenlijk namen de Machens in de loop der
jaren de metingen in 120 van de rond 1.400
kadastrale gemeenten voor hun rekening,
voornamelijk in Gelderland en Zuid-Holland.
Sommige gemeenten of secties werden daarbij
in samenwerking tussen twee of drie Machens
behandeld. Aan hun werk in Gelderland werd
herinnerd door Kreffer2 en Arnold3. Wie waren
deze Machens, waar kwamen zij vandaan,
waren zij verwanten en - zo ja - hoe?
Dat twee van de landmeters in 1816 in
Woudrichem woonden, vormt een belangrijk
aanknopingspunt voor de beantwoording van
deze vragen. In Woudrichem trouwden op 17
april 1823 mejuffrouw Aglaé Josephine Marie
Marguerite Machen en haar broer Charle
magne Eduard Christoph, zij 's-avonds om
7 uur en hij om half 8; zij met de die dag op de
kop af 32-jarige Roelof Johannes Heijligers,
directeur der Posterij te Woudrichem4 en hij
met Catharina Tukker, de 26-jarige dochter van
meester-broodbakker Cornelis Tukker uit
Schipluiden5. Volgens de Burgerlijke Stand van
Woudrichem was Aglaé op 4 november 1798
geboren te Brünen in Pruisen6 en Charlemagne
aldaar op 25 april 1794. Zowel Aglaé als
Charlemagne stonden in 1823 te Woudrichem
genoteerd als kinderen van Jean Baptiste
Machen en Marie Marguérite Macaine. Jean
Baptiste was inmiddels te Woudrichem rente
nier en zijn zojuist getrouwde zoon Charle
magne was landmeter 1 e klasse. Deze - kenne
lijk identiek met de door Teeling genoemde
Karei Eduard - had met zijn benoeming op
1 P.S. Teeling, Landmeters van de kadastrering van Nederland, Hoofddirectie van het Kadaster en de Openbare Registers,
Apeldoorn 1984
2 J.C. Kreffer, "Het werk van landmeter L.C. Machen in Epe en Oene", De Hollandse Cirkel 2 (2002), nr. 2, p. 8-13
3 C.J.C.W.H. Arnold, "De kadastrale gemeente Apeldoorn", Kadastrale Atlas Gelderland, Stichting Werkgroep Kadastrale Atlas
Gelderland, Velp 1997, p. 21-64
4 Arch. Burgerlijke Stand (BS) Woudrichem, akte 1823 nr. 2 (17 april)
15 BS Woudrichem, akte 1823 nr. 3 (17 april)
6 Volgens andere gegevens (noot 9) zou Aglaé niet op 4 november, maar op 19 december 1798 zijn geboren.
131