het plannen van de verdeling van de paspunten
in blokken.
In het bijzonder heeft de hoge, in het bereik
van de meetnauwkeurigheid liggende
bloknauwkeurigheid in de jaren '70 de ont
wikkeling van het met gesignaleerde punten
werkende kadaster een nauwkeurigheid van
ongeveer 2 cm mogelijk gemaakt.
Dr. Ir. Cornells M.A. van den Hout
1923-1993
Een belangrijke stap vooruit heeft Cor van den
Hout gedaan met de "Anblok"-methode.
Van den Hout was toen hoofd van de afdeling
fotogrammetrie van de Meetkundige Dienst
van de Rijkswaterstaat en gastdocent aan het
ITC. Hij had vastgesteld dat men in het
bijzonder voor blokvereffening van x- en
y-coördinaten heel eenvoudig een algemene
kleinste kwadratenvereffening kan toepassen.
Daarbij liet het grote aantal onbekende
coördinaten zich gemakkelijk met behulp van
formules elimineren en de gereduceerde
normaalvergelijkingen konden voor telkens
vier lineaire transformatieparameters per
model opgesteld worden, die dan met de
computer op te lossen waren. Daarvoor waren
er door de smalle bandstructuur begunstigde
numerieke oplossingen, die zelfs met de Zebra
Computer mogelijk waren. Het was de eerste
strenge numerieke oplossing voor blok
vereffening met onafhankelijke modellen. Wij
konden de geprogrammeerde methode
onmiddellijk testen en bij de Meetkundige
Dienst succesvol toepassen. Het was een echte
doorbraak, in de USA wilde men ons niet
geloven. Men had daar namelijk veel geld
gestoken in overeenkomstige ontwikkelingen,
die op enkele uitzonderingen na tot niets geleid
hebben.
Ik heb later in Stuttgart met mijn Instituut de
algemene 3-dimensionale oplossing van
blokvereffening met onafhankelijke modellen
gerealiseerd. Deze ontwikkelingen vormden de
grondslag voor onze verder voerende onder
zoekingen van de aerotriangulatie. Naar mijn
opvatting ben ik hiermee in Stuttgart verder
gegaan, omdat het ITC dat, onbegrijpelijker
wijze, niet deed.
Het is interessant dat prof. Baarda dadelijk
interesse toonde voor numerieke blok
vereffening, en wel omdat men daarmee ook in
de fotogrammetrie een gesloten wiskundig
systeem voor puntsbepaling had waarop zijn
betrouwbaarheidstheorie toepasbaar was. Ik
heb later in Stuttgart uitvoerige onderzoeken
over de inwendige en uitwendige betrouwbaar
heid van blokken uitgevoerd, met als resultaat
dat blokken geheel met geodetische netten te
vergelijken zijn.
Deze ontwikkelingen waren het begin van de
naderende "analytische revolutie". Zij hebben
bij ons aan het ITC groot enthousiasme
gewekt. Wij hadden het gevoel deel te hebben
aan baanbrekende ontwikkelingen. Wij hebben
in die tijd veel gepubliceerd. Ik zelf heb in die
jaren meer dan 20 artikelen geschreven.
Daardoor werden wij internationaal bekend en
konden aan symposia en conferenties deel
nemen, waarbij we met buitenlandse collega's
kennis konden maken.
Het was een grootse tijd aan het ITC. Ik had
ongelofelijke mogelijkheden om mijn horizon
te verbreden. Daaraan droegen ook de vele
gesprekken bij die ik met studenten had, die
ten dele getuige waren van het onafhankelijk
worden van hun land.
Bijzonder interessante ervaringen had ik
daarnaast in verband met een grensconflict
tussen Thailand en Cambodja, waarbij het om
een 1000 jaren oude ruïne van een Khmer
tempel ging. De zaak werd aanhangig gemaakt
bij het Permanente Hof van Justitie te Den
Haag. Ik had de fotogrammetrische kaart
HBS te Dordrecht
1940-1942 Studie werktuigbouw TH Delft
1945 Studie civiel landmeter
1949 Adviseur Topografische Dienst KNIL,
wetenschappelijk medewerker TH Bandung
1956 Hoofd Afdeling Fotogrammetrie van de
Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat,
gastdocent ITC
1969 voor KLM-Aerocarto naar Indonesië
1974 Wetenschappelijk medewerker ITC
1975 Promotie Universiteit Stuttgart
10