gemaakt en moest daarna voor controle
metingen ter plaatse naar Thailand. Dat was
een geweldige belevenis, ondanks een ongeval
met onze helikopter. Daarna was ik wekenlang
dagelijks bij het Hof in Den Haag aanwezig,
waar ik ook als getuige-deskundige gehoord
werd.
Dergelijke onverwachte belevenissen had ik
later bij twee conferenties van de VN in Addis
Abbeba, waar overlegd werd over trainings
centra voor fotogrammetrie in Afrika. Ik trad
toen zelfs op als officiële vertegenwoordiger
van de Nederlandse regering.
Persoonlijk
Mijn persoonlijke contacten met collega 's
De geschetste activiteiten aan het ITC waren
voor mij vaktechnisch, maar ook voor de ont
wikkeling van mijn persoonlijkheid belangrijk.
In het proces van mijn persoonlijke ont
wikkeling hebben drie personen mij bijzonder
geholpen: Hans Jerie, David Eckhart en Cor
van den Hout.
Hans Jerie, een Oostenrijker, had, hoewel even
oud als ik, twee jaar voorsprong in de foto
grammetrie. Hij had een zeer actieve, innova
tieve en toekomstgerichte geest, tezamen met
een groot zelfbewustzijn en een neiging tot
heldere, vaak cynische oordelen. Hij heeft mij
gesteund en was tegenover mij zeer open en
eerlijk, bijvoorbeeld met betrekking tot de
potentiële concurrentie tussen ons. Hij was ook
de enige die nadacht over de structuur en de
toekomst van het ITC. Ik ben hem in ieder
geval veel dank verschuldigd.
Een nog indrukwekkender, geheel anders
geaarde persoonlijkheid was David Eckhart,
het hoofd van de computerafdeling, die mij
invoerde in het elektronisch rekenen. Ik heb
nog nooit iemand ontmoet, ook sedertdien niet,
met een eruditie zoals hij. Hij had steeds een
gefundeerd oordeel over geschiedenis, ont
wikkelingen en personen. Daarbij kwam zijn
bescheiden aard, waardoor hij zich nooit op de
voorgrond drong of zich in de publiciteit
speelde. Ik heb vele avonden met David door
gebracht, waarop wij spraken over God en de
wereld en speciaal ook over Duitsland en
Europa, geschiedenis en de mensheid, maar net
zo goed over internationaal recht, atoomfysica
of kosmologie. Het waren diepgaande
gesprekken, die mij vele verbanden lieten zien.
Ik acht hem ook nu nog heel hoog en ben hem
tot op heden zeer dankbaar.
Cor van den Hout was een zeer inspirerende
fotogrammetrie-fundamentalist. Als persoon
was hij buitengewoon eerlijk en onzelfzuchtig.
Hij had zekere moeilijkheden zijn plannen en
gedachten aan anderen die niet met zijn
denkprocessen vertrouwd waren, over te
dragen. Maar de mensen met wie hij te doen
had hebben hem hoog gewaardeerd. Ik ben met
hem en zijn gezin bevriend geraakt, speciaal in
mijn laatste twee jaren in Delft, toen wij daar
dicht bij elkaar woonden. Deze vriendschap
heeft ook na mijn Nederlandse tijd stand
gehouden tot aan Cors dood in 1993.
Confrontatie met de geschiedenis van
Duitsland
Mijn beroepsmatige ontwikkeling aan het ITC
was natuurlijk het belangrijkst en bepalend
voor mijn verdere loopbaan. Daarnaast was
echter de confrontatie met de oorlog en de
jongste Duitse geschiedenis voor mij persoon
lijk buitengewoon belangrijk. Tk heb de
indrukken hierover met grote intensiteit tot mij
laten doordringen, in een mate die in Duitsland
nauwelijks mogelijk geweest zou zijn.
In Nederland waren 15 jaar na de oorlog zekere
spanningen in de verhouding met Duitsland
nog dagelijks voelbaar. Aan het ITC had ik
daarmee, dank zij de open instelling van
professor Schermerhorn, geen problemen. De
situatie is in 1965, bij de 20e verjaardag van de
bevrijding echter duidelijk verslechterd. Men
had geconstateerd dat de Nederlandse jeugd
zich niet meer zo zeer voor de oorlog, de
heldendaden van het verzet en het verfoeien
van de Duitsers interesseerde. Dat leidde
natuurlijk tot anti-Duitse gevoelens met als
resultaat een afwijzende houding tegen alles
wat Duits was. Deze houding was weliswaar
niet algemeen, maar wel wijd verbreid. In ieder
geval heb ik dat zo ervaren. En ik weet van
kwalijke ontsporingen.
De vele gesprekken die ik voerde over de
jongste Duitse geschiedenis gezien door
Nederlandse ogen, hebben mij veel gedaan,
althans voor zo ver het niet om domme
11