vooroordelen ging. Deze gesprekken hebben
mijn kijk op onze eigen geschiedenis duidelijk
beïnvloed. Deze gevoelens werden nog
versterkt door persoonlijk contact en aan
grijpende ontmoetingen met studenten uit
Israël en met enkele Joden.
In 1959 kwam een oorspronkelijk uit
Tsjechoslowakije stammende Joodse collega
aan het ITC. Zijn levensverhaal was ongeloof
lijk. Zijn ouders werden in Auschwitz
vermoord. Hij zelf is in 1942 op avontuurlijke
wijze naar Zwitserland gevlucht en heeft in een
aantal etappen Engeland bereikt. Daar heeft hij
zich bij het Tsjechische exilleger aangesloten,
maakte de invasie mee en werd daarbij zwaar
gewond. Na de woelige tijd na de oorlog
belandde hij ten slotte via Israël in Australië.
Vandaar kwam hij met een stipendium naar het
ITC, om mij daar onverwachts als Duitse
docent voor zich te zien. Wij beiden hebben
toen gedurende twee maanden praktisch iedere
avond zo open en eerlijk mogelijk gesproken
over de zeer belaste Duits-Joodse verhouding.
Wij hebben elkaar daarbij steeds beter begrepen
en een vriendschappelijke verhouding met
elkaar gekregen. Deze vriendschap heeft mij
met verdere ontmoetingen en belevenissen tot
op de dag van vandaag beïnvloed.
Ongeveer in dezelfde tijd had ik een vriendin
uit een Joodse familie in Nederland. Zij was in
het concentratiekamp Bergen-Belsen geïnter
neerd geweest, maar in 1944 in ruil voor
materieel naar Zwitseland vrijgekomen. Haar
familie heeft mij ijskoud afgewezen: een
verbintenis met een Duitser was ondenkbaar.
Professor Schermerhorn
De persoon en de rol van prof. Schermerhorn,
de stichter en gedurende vele jaren directeur
van het ITC, moet ik bijzondere aandacht
schenken. Hij was een bijzonder indruk
wekkende persoonlijkheid, die ik steeds
vereerd heb en aan wie ik veel te danken heb.
De betekenis van Schermerhorn als hoogleraar
en als politicus is de Nederlanders voldoende
bekend, daarover hoef ik hier niet te berichten.
Met zijn kennis en internationale ervaring was
hij de juiste man om het ITC op te richten en
daarmee een bijdrage te leveren aan de ont
wikkeling van de Derde Wereld.
Een bijzondere persoonlijke relatie verbond
hem met Otto von Gruber, het toenmalige
afdelingshoofd bij Carl Zeiss in Jena, die in
1942 stierf. Zij hadden elkaar leren kennen
door de fotogrammetrie. Maar al spoedig
ontstond er tussen hen een diepe vriendschap,
gegrond op hun gemeenschappelijke politieke
en maatschappelijke wereldbeschouwing. Deze
vriendschap moet wel heel bijzonder geweest
zijn, want Schermerhorn sprak er, jaren na de
oorlog nog geregeld over. Die vriendschap
heeft het beeld dat hij van Duitsland had
nadrukkelijk beïnvloed. Hij was de eerste
prominente vakman die in de jaren '60 en ook
al daarvoor door voordrachten en publicaties
de relaties met de Duitse fotogrammetrie
herstelde.
Over zijn algemeen dominerende rol hoef ik
hier niet veel te zeggen. Aan het ITC was hij de
"spiritus rector", die alles door zijn ruime blik
en zijn persoonlijke spontane inzet activeerde,
zo nodig met opgestroopte mouwen. Overigens
was hij vele jaren president van de Inter
nationale Vereniging voor Fotogrammetrie
(ISP). Als zodanig leidde hij het internationale
congres 1948 te Scheveningen. In 1953 was hij
een van de oprichters van de OEEPE, de eerste
Europese onderzoeksorganisatie. De vele
eerbewijzen die hij ontving getuigen van de
internationale erkenning die hem ten deel viel.
Ik had een zeer goede verstandhouding met
hem, en hij heeft mij ook zeer gewaardeerd.
Zijn ondiplomatieke aard en zijn ondanks zijn
groot zelfbewustzijn duidelijke hekel aan
arrogantie heeft mij enkele verrassingen
bezorgd, maar heeft toch een grote indruk op
mij gemaakt. Zijn absolute soevereiniteit was
bewonderen swaardi g
Schermerhorn was volgens mijn herinnering
een rechtlijnige persoonlijkheid, met een sterke
neiging naar slimme menselijke oplossingen
voor de klemmende wereldproblemen. Aan het
ITC had ik er grote bewondering voor hoe hij
als oudere hoogleraar met visie naar de
toekomst keek, en met geweldig enthousiasme
op vernieuwingen inging, zoals bijvoorbeeld de
blokvereffening. Met deze instelling heeft hij
zijn medewerkers ongelooflijk aangemoedigd
12