etage worden twintig houten panelen bevestigd,
vervaardigd door de Nijmeegse beeldhouwer
Charles Hammes. Deze platen verbeelden, in
tien sets, 'vroeger en nu', de reikwijdte van
techniek en wetenschap naar de denkbeelden van
Schermerhorn. Naast deze panelen vervaardigt
Hammes ook het kunstwerk dat het beeldmerk
van het ITC wordt: de Kronkel. In november
1956 wordt het gebouw voor het ITC geopend
door ZKH Prins Bernard. Het nieuwe gebouw
huisvest niet alleen de opleidingsfaciliteiten van
het instituut, ook de huisvesting voor de
studenten wordt erin gerealiseerd. Dit kan gezien
worden in het licht van Schermerhorns sociale
bewogenheid. Hij vindt dat het nieuwe centrum
niet uitsluitend een wetenschappelijke ver
antwoordelijkheid voor haar studenten heeft.
Ook de zorg voor het welzijn van de studenten
tijdens hun studie aan het ITC behoort tot de
medeverantwoordelijkheid van het instituut.
Schermerhom is 24 uur per dag betrokken bij
'zijn' instituut; hij woont in een penthouse op de
bovenste etage.
Onderwijs
De oprichting van het ITC was een pioniers
daad: er moest veel geïmproviseerd worden.
Het exacte doel dat men nastreefde was niet
gedefinieerd.
Het aantal mensen van wie men verwachtte dat
behoefte aan opleiding zou hebben was
onbekend. Er waren geen richtlijnen voor
handen waaraan het onderwijs aan het nieuwe
instituut moest voldoen. Het ITC moest zijn
werk beginnen met het zoeken naar
antwoorden op twee fundamentele vragen: hoe
de werkelijke vraag naar onderwijs te
specificeren en hoe dit te vertalen naar een
efficiënt onderwijsaanbod met adequate
onderwijsmethoden en -middelen. In de eerste
jaren waren de studenten zelf de bron van
informatie waarop de cursussen werden aan
gepast en ingericht. Daarnaast bezocht
Schermerhorn wereldwijd survey-organisaties
om hun opleidingsbehoefte te onderzoeken en
legde hij contacten tijdens belangrijke inter
nationale congressen.
Afb. 2. ITC-instrumentenzaal kort na 1956
4