Afb. 5. Logische en wellicht technische evolutie
van de z.g. 'kruisstaf cross staff)
Hier tegenover staat de algemene mening dat
de Jacobsstaf een hoekmeetinstrument is. In de
demonstratietekeningen gaat het daarbij
meestal om verticale hoeken, zoals pools
hoogten en torenspitsen, waarbij de eerste in de
meerderheid zijn. De weergegeven instru
menten hebben in meerderheid vier verschuif
bare dwarsstaven. De metingen zelf worden
met één dwarsstaaf verricht.
Probeert men zich aan de hand van de beschik
bare tekeningen een beeld te vormen van de
uitvoering van een dergelijke meting, dan
levert dat een onbevredigend gevoel op: Het
doel van de meting is vaak niet duidelijk; de
staf is te lang om met de hand het schuifdeel te
kunnen bedienen; de nauwkeurigheid moet te
wensen overlaten, al is het maar omdat de
noodzakelijke lichaamshouding niet lang
zonder trillen vol te houden is; het instrument
is van hout, de schuifstaaf klemt of lubbert,
afhankelijk van het weer; er waren betere
hoekmeetinstrumenten beschikbaar. In modern
jargon: 'Het zuigt.' Er is reden om aan te
nemen dat de huidige opvattingen over de
Jacobsstaf berusten op een historische recon
structie die niet geheel gelukt is.
De winkelhaak
Eerder is aangetoond dat voor de constructie
van een windroos met 32 streken vier vaste
hoeken voldoende zijn. Een vaste hoek kan
gematerialiseerd worden door zijn tangens vast
te leggen in een winkelhaak. Vier verschillende
winkelhaken vormen een voldoende instru
mentarium voor de "trekkers van de cirkel".
Relateert men deze winkelhaken aan de eerder
beschreven procedure om de omgeschreven
cirkel van een windroos in het terrein uit te
zetten, dan dringen zich een aantal verbete
ringen op (afb. 5):
Links en rechts van de zichtlijn door het
middelpunt van de cirkel moet dezelfde hoek
uitgezet worden. Dit kan door de winkelhaak
te "spiegelen", dat wil zeggen om te keren.
Dit vergt een zorgvuldige markering van de
eerste positie van de winkelhaak. Het is
eenvoudiger de winkelhaak te vervangen
door een T-constractie. De twee hoeken
kunnen tegelijk geobserveerd worden en de
foutenbron van het spiegelen verdwijnt.
Systematische fouten in de constructie
kunnen geëlimineerd worden door de staf om
zijn as te draaien en opnieuw te zichten.
Bij de afgebeelde T-constructies is veronder
steld dat voor het bepalen van een punt op de
cirkel slechts punten gebruikt worden die op
de tegenoverliggende halve- cirkelboog
liggen. Om punten op de eigen helft van de
cirkel als richtpunt te kunnen gebruiken, kan
de T-constructie eenvoudig omgekeerd
worden. Wel moet de hoofdbalk over de
juiste afstand verlengd worden om de bijbe
horende oogpositie te markeren. Door beide
mogelijkheden te gebruiken en te middelen
wordt de nauwkeurigheid van de puntsbepa-
ling vergroot.
Een volgende logische ontwikkeling is het
combineren van de vier kruisstaven tot één
gereedschap (afb. 6). Hierdoor ontstaat nu
ook de mogelijkheid twee ongelijke hoeken
tegelijk uit te zetten. Dit is van belang als de
terreinomstandigheden inzichten op de
symmetrische punten onmogelijk maken,
maar er wel andere punten zichtbaar zijn.
nil
TT
52