19de-eeuwse vuurtorens als visualisering van wereldwijde driehoeksmetingen Jeroen Mohrmann Al voor de opkomst van de 19de-eeuwse industrialisatie is te constateren dat in de periode 1800-1840 een ware 'vuurtoren explosie' plaatsvond. Deze toename van enkele tientallen vuurtorens in het begin van de 19de eeuw naar 1800 stuks in 1860 en 4000 stuks rond 1880 hield gelijke tred met de voortgang van wereldwijde driehoeksmetingen.1 Naast kerken en forten werden in Europa ook vuurtorens opgenomen in het driehoeksnet.2 In de tropen lag de zaak ingewikkelder, daar werden doorgaans hoge bergen/vulkanen, forten en significante plaatsen nabij vaarroutes en ankerplaatsen het eerst ingemeten en van een nauwkeurige, geverifieerde geografische positie voorzien. De aldus gekenmerkte basis punten werden vervolgens in vaktijdschriften en in overheidspublicaties vermeld. Met de opkomst van vuurtorens kregen niet alleen zeevarenden een (door hydrografen ingemeten) meetmerk bij uitstek aangeboden, maar ook geodeten en topografen konden hiermee aan de slag door vanuit dit (primaire triangulatie- ofwel basisjpunt al metend het binnenland in te trekken. Je zou kunnen zeggen dat het mes aan twee Tabel 1. De wereldwijde overheidsaanpak van (operationele) vuurtoreninformatie Brits Frans Nederlands 60 Start Trinity House Corporation 1836» Le Service des phares et balises 1806» Marine 1787» Lengtegraad commissie Board of Longitude 1714» ÏJydrographic Office Admiralty 1795» Francis Beaufort, Hydrographer of the Navy 1829-1855 Bureau des Longitudes 1795» C.F. Beautemps- Beaupré, Chef der Hydrografie 1826-1848 1787-1850. Astronomen: Prof. J.H.van Swinden voorzitter 1787-1823 en G. Moll, lid 1826-1838. Hydrografen: Tindal en Swart 1838-1850 Royal Astronomical Society 1820» Prof. G.A. Airy, Astronomer Royal 1835-1881 Prof. D.F.J. Arago, directeur sterrenwacht Parijs 1830- 1851 Prof. F. Kaiser directeur sterrenwacht Leiden 1837- 1872 Publicaties op basis van drie hoeksmetingen John Purdy. The Columbian Navigator vervolgd door A.G. Findlay Lighthouses of the world. P.J. Coulier. Discription générale des phares et fanaux du globe. Atlas générale 1844-1847 J. Modera. Kustvuren Engelse, Franse kusten en Noordzeekanaal 1840. 1 Dit artikel sluit aan bij mijn eerdere publicaties in Tijdschrift voor Zeegeschiedenis 22(2003)1De Hollandse Cirkel okt. 2003, dec. 2004, sept. 2006, dec. 2006, juni 2007, maart 2008 en september 2008, Caert Thresoor 2006-3 en het TIJDschrift 2008-1 2 De eerste Nederlandse hydrografen; A.A. Buyskes (1771-1838), J.C. Rijk (1787-1854), A. van Rhijn (1805-1856) en SJ. Keuchenius (1789-1833) baseerden hun driehoeksmetingen voor de Nederlandse kust op de basispunten, aangegeven door C.R.T. Krayenhoff (1758-1840). Al deze metingen werden weer geverifieerd door de Lengtegraadcommissie die de wetenschap pelijke leiding had over alle binnen het Koninkrijk der Nederlanden uitgevoerde driehoeksmetingen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2009 | | pagina 22