Als bewakers van de absolute tijd 316
hadden sterrenwachten de meest
nauwkeurige (geografische) positie
en waren hiermee de referentie
punten en tevens de kenniscetra voor
de wereldwijde driehoeksmetingen.
Nadat Krayenhoff en Buyskes hun
(primaire) driehoeksmetingen in
Nederland uitgevoerd hadden werd in
Nederlands-Indië in 1821 de "Com
missie ter verbetering der Indische
zeekaarten" opgericht. Deze com
missie stond onder leiding van de
Commandant Zeemacht Nederlands-
Indië, die op zijn beurt, middels Zee
orders, door de Admiraliteit aan
gestuurd werd. De Admiraliteit volgde en
effectueerde hiermee de aanbevelingen van de
Lengtegraadcommissie. De systematiek van de
driehoeksmeting lag in de Oost en de West
fundamenteel anders dan in Nederland. In
Nederland kozen Landmachtingenieurs (geo
deten) de primaire punten, en in de Oost en de
West kozen (Marine )hydrografen de primaire
punten uit. Door de enorme uitgestrektheid van
de Indische Archipel moesten prioritieten
gesteld worden en zien we dat aanvankelijk de
meeste aandacht uitging naar het vastleggen
van de rijksgrenzen in tractaten en de daarmee
samenhangende verdediging van Java.
Op voorspraak van de Lengtegraadcommissie
werd voor het grondgebied van het Koninkrijk
der Nederlanden in 1826 de Greenwich nul
meridiaan als referentie voor alle karterings-
werkzaamheden bepaald. Dit laatste maakte
dat informatie over onze vuurtorens, boeien en
bakens eenduidig door de Franse, Britse en
Spaanse hydrografische diensten verwerkt
konden worden. Deze uitwisseling ging, via de
formele overheidskanalen, in een tweerichting-
verkeer, waardoor tevens urgente navigatori-
sche berichten via Berichten aan Zeevarenden,
ondertekend door de Minister van Marine, snel
en wereldwijd verspreid konden worden. Ver
volgens werd internationaal alle operationele
vuurtoreninformatie weer verwerkt in nieuwe
edities van kaarten en zeemansgidsen (afb. 1
i}
3j
Afb. 3. Tabel met de operationele details van West-Indische
vuurtorens anno 1843. Bron: Nautical Magazine (1843) 316
De in tabel 1 al genoemde Jacob Swart geeft in
Verhandelingen en Berigten betrekkelijk het
Zeewezen en de Zeevaartkunde van 1852 een
overzicht van ruim 500 "Vuren en lichten",
over de hele aardbol verspreid. Met een keuze
hieruit, gecombineerd met gegevens uit
Nautical Magazine, is tabel 2 samengesteld.
In de 19de eeuw verstond men onder Neder
lands West-Indië: Suriname en de Antillen. De
Antillen, zes Nederlandse eilanden in het
Caraïbische gebied, werden bestuurd vanuit
Paramaribo. De Commandant Zeemacht West-
Indië was de oudste zeeofficier van de aldaar
aanwezige Marineschepen. Hij verdeelde de
beschikbare schepen over de diverse stations
en hield nauw contact met de Gouverneur-
Generaal in Paramaribo. Doorgaans waren
deze zogeheten stationschepen zo'n driejaar in
de West voor ze afgelost werden en weer terug
naar het vaderland voeren. Alle activiteiten ten
aanzien van vuurtorens, boeien, bakens, het
Loodswezen en vanaf 1851 de tijdbal te Para
maribo vielen in het budget en de organisatie
van de Commandant Zeemacht Nederlands
West-Indië. Vele marineofficieren/hydrografen
kregen aldoende ervaring met hydrografische
opnamewerkzaamheden in Nederland, de Oost
en de West.
In de Oost begon de Koninklijke Marine als
laatste, pas in 1851, met het plaatsen van
vuurtorens.5
NAVAL CnRONICLE,
WEST INDIA LIGHTS.
Names of Light.
Latitude.
North,
Longitude.
Last
No.
of
Lt.
Coir,
of
Light
Nature of
Light.
Height
above
H, W.
Description;
O
tt
feet.
Berbicc
6
25
42
57
26
00
1
W
fixed
30
light vessel
Demerara
6
58
00
58
8
00
1
w
30
Do.
6
49
50
58
11
30
1
w
100
lighthouse
Bacolet Pt. Tobago
1
w
128
Guadaloupe
16
10
29
G5
45
36
1
w
j j
108
St. Thomas
18
19
30
(i-1
55
10
1
r
95
St. Jago de Cuba
19
57
27
76
12
15
1
w
revol.2ig m.
244
Havana
23
9
2fi
5-2
21
56
VI
1 m.
126
Elbow Cay
23
55
05
80
27
38
w
fixed
J 00
Gun Cay
25
34
30
79
19
10
1
VV
rovol. 1 in.
80
Abaco
25
51
30
77
9
10
1
w
160
Nassau
25
5
10
77
21
50
I
w
fixed
72
Morant Point
17
56
00
76
11
47
1
w
revol. lm.
96
Vera Cruz
19
12
15
96
8
13
I
w
inter, 46s.
79
W. Steffens, Korte geschiedenis vuurtorens in Nederlands Oost-Indië, in: Ons Zeewezen (1931 en 1932), acht afleveringen; Eric
Tagliacozzo, The lit Archipelago. Coast lighting and the Imperial Optic in the Insular Southeast Asia 1860-1910, in: Technology
and Culture, 46 (2005) 306-328
6.3