Column: 'afgedankt door Kadaster' Voor weinig geld bestelde ik via 'boekwinkeltjes' op internet van een particulier uit Arnhem een boekje 'De Landmeter' van uitgever De Ruiter BV uit 1983. Op het web gold als aanbeve ling 'afgedankt door Kadaster; eigendomsstempelen dat hielp me ook over de drempel heen om het te bestellen. Het gekoesterde ronde paarse stempel binnenin bleek van 'Direktie Gelderland KADOR Arnhem te zijn. Een sticker met het handschrift A71 zat op het minimale rugje. Het Kadaster in breder zin kan dit werkje van de als 'medewerker-deskundige' betitelde ir. J. van Vliet, destijds hoofdingenieur A van het Kadaster te Assen, natuurlijk best nog wel hebben. (Volgens het NVG-adresboekje 1999 is de gepensioneerde geodetisch ingenieur geboren in 1920, in 1940 ingeschreven en afgestudeerd in 1956. De telefoongids laat hem nog in Assen vinden, maar in het bestand van De Hollandse Cirkel mankeert hij toch. Ondernemer EG. de Ruiter uit Gorinchem gaf een serie Informatie uit, minstens 858 verschillende schoolboekjes van twaalf pagina's, geniet in kartonnen kaftjes. Nummer 522 was 'De Landmeter' en nummer 523.'Roken'. Nummer 522 verscheen in het tweede kwartaal van 1983. In NGT Geodesia van dat jaar zocht ik tevergeefs naar een aankondiging, terwijl het toch ook zeer geschikt was (en is) om nieuwe managers in landmeetkun dige diensten en bedrijven een idee te geven van wat het vak inhoudt. 'Mag ik ook op de foto?' is de titel van de eerste paragraaf. 'In een straat staat een man wat gebogen achter een driepoot. Op die driepoot is een instrument bevestigd. Kinderen komen voorbij en denken dat de man foto's maakt. Ze vragen of ze óók op de foto mogen. De man lacht en zegt dat hij geen foto's maakt, maar aan het landmeten is', aldus de start van het boekje. Fraaie zwart-witfoto's tonen de OLV- toren in Amersfoort, een Kadasterauto met nog 'MW' erop, de AP-steen uit 1683 en nog meer moois. 'De hogere landmeetkunde is erg ingewikkeld. Er is veel wiskunde bij nodig. De lagere landmeetkunde is niet zo ingewikkeld', zo werd de jeugd ook geleerd en toch stroomde deze niet massaal toe.Het citeren blijft leuk: 'Meestal heeft een weg bochten. Een landmeter noemt ze bogen. Een bocht van een weg moet vloeiend verlopen. Anders zouden er snel ongelukken gebeuren. Die bogen worden uitgezet vóór de weg wordt aangelegd.' Die volgorde was ook al juist. Ver voor wetgeving wisten de kinderen het al: 'Ook de plaatsen waar de leidingen liggen, moeten op papier komen. Als er reparaties nodig zijn, weet men gemakkelijk de leiding terug te vinden. En ook als later nóg eens in de bodem moet worden gegraven, weet men waar wèl of geen leidingen liggen. Dat voorkomt schade en ongelukken.' Het is soms alsof je een managementsa menvatting van RGI, Nederland Geoland of GIDEON leest.Voorop het kaft prijkt nog een driémansploeg, want ik neem aan dat die vierde man een ander beroep dan wel een uitkering had. Goniometrische tafels worden in dit boekje van 1983 niet genoemd. J.E. Alberda schreef toch nog in het Tijdschrift voor K en L van 1/12/1966 niet te verwachten dat die geheel overbodig zouden worden. Na afwegingen als 'niet elke geodeet heeft gemakkelijk toegang tot een rekenautomaat' was zijn stellige conclusie: 'Er zal dus altijd wel een zeker terrein voor de toepassing van tafels blijven, ook logaritmische.' Het Kadaster dankte ook zulke tafels af en daar lijkt niet eens een markt voor op internet. En je kunt ze natuurlijk gebruiken om bloemen in te drogen. Of staan plaatjes daarvan ook al op internet? Adri den Boer 76

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2009 | | pagina 38