Van een Duivelssteen en de staf van St. Antonius Abt
ir. Michel Creusen
Het raadsel
Wie in de binnenstad van Utrecht langs de
Oudegracht (Tolsteegzijde) wandelt, stoot op
de hoek van de Eligensteeg op een grote kei,
die boven het plaveisel uitsteekt. De bevreem
ding die dit voorwerp op deze plek opwekt,
wordt nog versterkt door de zware kettingen
waarmee het is vastgeklonken aan een belen
dend hoekpand, dat dan ook de naam 'De
Gesloten Steen' draagt (afb. 1Een plaquette
ter plaatse spreekt van 'een schampsteen',
welke informatie aangevuld wordt met een
versie van de legende die met deze steen
verbonden is: in vroeger tijden plachten de
duivel en zijn moer met de betreffende steen te
kaatsen, waarbij de een op de Vollersbrug
stond en de ander op de Geertebrug. Hierbij
kwam de steen vaker wel dan niet met donde
rend geraas op de werf terecht, daarbij de
grachtbewoners uit hun slaap houdend. Deze
besloten een eind aan dit burengerucht te
maken en tijdens een plechtige processie onder
leiding van de bisschop, en met alle
zegeningen en bezweringen waarover de Kerk
beschikte, werd de steen aan de ketting gelegd.
Hoe lang de steen reeds aan de ketting ligt is
niet bekend, maar hij wordt genoemd in een
transportakte van 1520, "waarschijnlijk aldaar
gelegd om het hoekhuis bij het slepen van
vrachtgoederen of het rijden van wagens voor
schade te vrijwaren."1 In die tijd stond hij
bekend als de 'Duivelssteen'. Ook wordt er
melding gemaakt van een brief waarin een
broeder Harmakerus aan een broeder
Gozelinus te Keulen verslag doet van gebeurte
nissen in het Sticht onder bisschop Odilbald
(866-899), waarin de mededeling dat "de
duivel een ontzaglijke steen tegen de muren
van de kerk slingerde", die daarna aan de
grond is vastgeketend. Niet zeker is of het om
dezelfde steen gaat.
Wat bij de hedendaagse wandelaar verbazing
wekt, zeker als hij nog herinneringen heeft aan
door paarden getrokken wagens die de bocht te
scherp ingezet hebben, is het gebruik van het
woord 'schampsteen'. Op het huidige
verschijnsel aan de Oudegracht is het begrip
'schampsteen' niet van toepassing: er valt niets
te schampen. De Utrechtse schrijver
H.J. Broers, die suggereert dat het om een
soort grenspaal gaat, verdient serieuze
aandacht.2 Zijn suggestie wordt ondersteund
door de eerder beschreven legende, die
daarmee ophoudt een legende te zijn: in het
boek "De gek en zijn geld" beschrijft de
Engelse mediëviste Ann Wroe enige resultaten
van haar archiefonderzoek in de Zuid-Franse
stad Rodez. In de 14e eeuw was de jurisdictie
over deze stad verdeeld tussen de graaf en de
bisschop. Deze verdeeldheid ging zóver, dat er
fysieke scheidingen in de stad aangebracht
waren, zoals muren, poorten en een gracht.
Omdat er in dergelijke situaties ook altijd
sprake is van een stuk niemandsland werden
daar grenspalen gezet. Deze werden met
groot vertoon geplant, met een officieel diner
na afloop en nog eens gecontroleerd tijdens
een officiële processie, waarbij hoeden en
mantels met bont waren afgezet.aldus een
ooggetuige. Dit alles om zowel de plaatsing als
Afb. 1. De 'Duivelssteen (foto Adri den Boer)
1 G.A. Evers, Maandblad Oud-Utrecht 1933; Utrecht voorheen en thans, uitg. N. van der Monde, 1844
2 H.J. Broers, Utrechtse historische wandelingen, Utrecht 1874
45