Afb. 5. Herberg De Volle Hand te Terwolde in
de jaren 1850-1860 met Deventer en de
Schipbrug in de verte. Olieverf, 165x97 cm;
part. coll. (foto: mevr. C. Stol- Wouters)
Na de meting bij De Volle Hand moesten de
opstelpunten verderop nog met piketten
worden uitgezet, om te beginnen tot aan een
hakkelbout in het Blokhuis te Terwolde, met
ook daar een te controleren peilschaal. Met de
piketten uitgezet, was het zaak te meten hoe
ver de koppen daarvan onder de kruin van de
dijk stonden, dit opdat de kruinhoogte later uit
de berekende waterpassing kon worden
afgeleid. Terug bij De Volle Hand begon Lebret
met de metingen richting Blokhuis. Daar
aangekomen begon hij aan de indeling van de
slagen naar een volgende hakkelbout en de
markering met piketten.
Zaterdagmorgen 31 mei 1851 - het was
bewolkt en er stond een stevige koele noord
oostelijke bries - zette Lebret zich bij het
Blokhuis aan het vervolg van de waterpassing.
Aan het eind van die dag zat het werk er voor
die eerste week op: slagen indelen, piketten
slaan, dijkkruin aanmeten, waterpassen,
peilschalen controleren.
Maandag 2 juni, de tweede week, begon met
het plaatsen (slaan) van vijftien hakkelbouten
in bebouwing en kunstwerken langs het
vervolg van het traject langs de IJsseldijk en
verder tot het Katerveer bij Hattem, alles met
precieze aanmeting en beschrijving van de
plaatsen waar de bouten werden aangebracht.
Daar zou bijna de hele week mee zijn gemoeid.
Afb. 6. De Bandijk tussen De Volle Hand en het
Blokhuis omstreeks 1850. Detail TMK blad 27
Lebret plaatste hierbij bouten ondermeer in de
drie uitwateringssluizen in de Kloosterdijk bij
Hulsbergen.10 Onderweg trof hij nog hakkel
bouten aan in het Tolhuis op de Hattemer
grinddijk bij het Katerveer en, in die buurt, in
een eikenboom, "buitendijks ongeveer 2 el
boven de grond, ongeveer overeenkomende
met de Nul eener houten peilplank tegen dezen
boom aangeslagen", de plank kennelijk ter
aanduiding van het plaatselijk noodpeil.11
Vanaf de bout geplaatst in het Wijhese veerhuis
maakte Lebret dadelijk een zij slag naar de
overkant, om zo aansluiting te krijgen aan de
metingen die collega Fijnje in diezelfde tijd
langs de rechteroever uitvoerde. Aan de dijk in
Wijhe koppelde 'Lebret' aan 'Fijnje' via een
hakkelbout in herberg De Halve Maan,
waarschijnlijk nog geplaatst door Kraijenhoff,
die de locatie in 1801 ook al had bezocht.
Fijnje en Lebret waren eind mei in Deventer
tegelijk aan hun meetexpedities begonnen en
10 De afwaterende functie wordt daar sinds 2000 vervuld door het Gemaal Veluwe (E. de Jonge, H. van Boven en Th.J. Petri, red.,
Veluws water, Utrecht 2007).
11 Ingevolge regelgeving uit 1809 moest deze hoogste nog net te keren waterstand door middel van een duidelijk afleesbare plank
zichtbaar worden gemaakt.
85