Afb. 9. We schuiven het instrument langs de
driehoek totdat MO door het punt c van de
vierhoek gaat. Het punt M snijdt het verlengde
van ab. Dit punt markeren we met een potlood
streepje, en we noemen dat punt B.
"Leg M op B; het beweegbare liniaal op D;
schuif nu het instrument zoolang langs den
driehoek die er tegen aangelegd is, totdat MO
het punt C van den driehoek ontmoet. M zal
dan liggen in 't verlengde van AB en wel in G,
welk punt gemarqueerd moet worden."
"Doe hetzelfde aan de andere zijde van de lijn
AB. M namelijk op A; het beweegbare liniaal
op D; het instrument zoodanig links terug
schuiven tot MO op E komt. M zal dan liggen
in 't verlengde van AB en wel ter linkerzijde in
F, welk punt aangeduid wordt."
"Vereenig F en D en G en D door regte lijnen,
alsmede F en G, en de driehoek DFG is de
métamorphose van den vijfhoek ABCDE."
"3) Decomposeer veelhoek ABCDEFGFll."
Fig. 69.
Afb. 11. Figuur 68 uit Barenbroek, 1867
Afb. 12. Figuur 69 int Barenbroek, 1867
"Leg M op E; het beweegbare liniaal met de
zijde MO op C; verschuif het instrument langs
den driehoek, totdat MO het punt D ontmoet,
M ligt dan in 't verlengde van FE. Stel daar ter
plaatse een punt en trek Ca,"
"Leg vervolgens M op F; MO langs H; ver
schuif het instrument totdat MO het punt G
ontmoet; MO op I; terug op H; MO op A; terug
op I; MO op B; terug op A; MO op C; terug op
B. Het punt M in de verlenging FE liggende,
marqueert men dat punt (b) en trekt de lijn Cb."
"Driehoek aCb zal dan van denzelfden inhoud
zijn als de bovengenoemde veelhoek."
Tot zover de tekst uit het boekje van de
Groningse Kadasterlandmeter E. Barenbroek.
Afb. 10. We trekken de lijn dB. Nu is
vierhoek abcd getransformeerd in een
driehoek adB, met gelijke opper
vlakte, waarvan de oppervlakte kan
worden berekend doorx basis x
hoogte, int te passen van de kaart.
"2) Decomposeer vijfhoek ABCDE in eenen
driehoek DFG."
Fig. 68.
98