Afb. 14. We verschuiven de rechter driehoek
zodanig langs de andere driehoekdat die
langste zijde van die driehoek evenwijdig aan
db door punt c gaat. Die driehoekszijde snijdt
nu het verlengde van ab in B, welk punt we op
de kaart aangeven met een potloodstreepje.
bracht De Hollandse Cirkel uitkomst, doordat
de stichting het Tijdschrift voor Kadaster en
Landmeetkunde (hierna afgekort K en L
genoemd) heeft laten scannen, en er een aparte
zoekmachine aan gekoppeld heeft. Dit leverde
mij zes resultaten op.
In K en L jaargang VI, 1890, heeft C.W. Hofif-
mann (vanaf blz. 38) een uitgebreid verslag
uitgebracht van het bezoek dat de leden van de
Vereniging voor K en L, op 18 november 1889,
na afloop van de Algemene ledenvergadering
van de vereniging, hebben gebracht aan een
"Tentoonstelling van Instrumenten en Kaart
werken". Deze tentoonstelling werd gehouden
in het Gebouw van de Maatschappij tot
bevordering der Bouwkunst in Amsterdam.5
Nogal onder de indruk van de daar tentoon
gestelde planimeters schrijft hij op blz. 51: "De
meest geestdoodende kadastrale arbeid is
voorzeker de berekening van de inhoudsgrootte
van de perceelen, eene eerste poging om tot
vereenvoudiging dezer bewerking te komen
was de constructie van een instrument ''trans-
formateur geheeten. Herinneren wij ons wèl,
dan exposeerde de firma I.W. Giltay een
exemplaar. Dat hulpmiddel is reeds zo goed
Afb. 15. We verbinden nu d met B, en hebben
weer vierhoek abed getransformeerd in
driehoek adB met gelijke oppervlakte.
als opgenomen onder de kadastrale
antiquiteiten; het werd vervangen door eene
uitvinding, ingenieus in ieder opzicht, door den
planimeter." Vervolgens beschrijft hij enthou
siast de tentoongestelde planimeters in diverse
uitvoeringen. Hij vergat gemakshalve het prijs
verschil tussen de beide instrumenten, wat mag
blijken uit het navolgende artikel.
In Ken Ljaargang XV, 1899, is vanafblz. 33
de tekst opgenomen van een voordracht die
dhr. J.C. van der Veur heeft gehouden op de
Algemene Vergadering van de Vereniging voor
K en L op 7 november 1898 onder de titel: "De
regeling der vergoeding van reis- en verblijf
kosten aan de landmeters van het kadaster."
Behalve zijn commentaar op de nieuw
ingevoerde regeling voor reis- en verblijf
kosten, trekt hij (vanafblz. 42) hierin ten
strijde tegen het gegeven, dat de landmeters
van het Kadaster, net als tijdens de oprichting
van het Kadaster, zelf nog steeds hun werk
tuigen moeten betalen, terwijl dit bij hetzelfde
departement voor de ambtenaren van de
belastingen niet zo is. Hij schrijft: "Zeer matig
gesteld vermeen ik dat een landmeter toch
minstens 100 noodig heeft voor de aan
schaffing van de aller noodzakelijkste meet- en
teeken-instrumenten, waaronder ik dan natuur
lijk niet reken een min of meer kostbaar
5 Deze vermelding van de transformateur uit 1890 werd niet gevonden door de zoekmachine, omdat het woord in afgebroken
vorm werd vermeld (nl. "transfor-mateur"). Ik werd op dit artikel attent gemaakt doordat in K en L 56e jaargang, 1940, een
serie artikelen stond van W.A. van der Werff onder de titel "Vijftig jaar geleden", waarin hij op blz. 96 uit het artikel citeerde. Bij
de opmerking "De meest geestdoodende kadastrale arbeid" plaatste hij een vraagteken achter dat woord!
100