hoekmeet-instrument, metalen liniaal en
planimeter." En verderop schrijft hij (op blz.
43): "Onder hetgeen wij bepaald noodig
hebben, reken ik te behooren: 1 stalen
meetband van 10 Mr. met pinnen, 1 ketting van
10 Mr. met pinnen, 1 stalen zaklint van 10 Mr.,
12 gekleurde baken met ijzeren punten,
1 prisma, 1 transformateur, 2 passers,
2 trekpennen, 2 schalen, 1 logarithmen tafel,
driehoeken, biseauschalen, loup, penseelen,
verfsoorten enz. De uitgaven daarvoor worden
thans van den landmeter zelf geëischt, terwijl
anderen ambtenaren, zooals den zooeven
genoemden belasting-ambtenaren, alsmede
ijkers, ingenieurs en opzichters van den water
staat, de werktuigen kosteloos worden verstrekt
en het onderhoud vergoed; de kleine kantoor
behoeften worden den landmeters evenmin
verstrekt of vergoed, zoodat zij ook in dit geval
weder in de uitzondering zijn." Conclusie: de
planimeter heeft door de dure aanschafprijs de
transformateur nog niet kunnen verdringen!
Van der Veur stelt voor, om één, of voor grote
kantoren, twee planimeters per kantoor
beschikbaar te stellen.
InKenL jaargang X, 1894, bij een boekbe
spreking door dhr. Kwisthout van het Duitse
"Handbuch der Vermessungskunde" door dr.
W Jordan, zweiter Band, 4e Auflage uit 1893,
schrijft hij onderaan op blz. 90: "Bij het trans-
formeeren van een veelhoek tot een driehoek
van gelijken inhoud wordt melding gemaakt
van een instrumentje dat in Baden in gebruik
is, maar niet wordt beschreven. Het is geen
ander dan de ook hier te lande gebruikte trans
formateur, beschreven in de tweede en
volgende uitgaven van
dr. Schols' "Landmeten en
Waterpassen", §167. In mijn
eigen eerste druk, en in mijn
zesde en latere drukken komt
het niet (meer) voor. In de 4e
druk van het boek, uit 1890,
aanwezig in de bibliotheek van
de Koninklijke Militaire
Academie in Breda, blijkt inder
daad in §167 een uitgebreide
beschrijving te staan van de
transformateur en het gebruik
daarvan. In de bijbehorende platenatlas zijn de
twee bijbehorende afbeeldingen opgenomen,
resp. fig. 109 en 110 (afb. 16 en 17). Tekst en
afbeeldingen zijn hierna opgenomen. (Met
dank aan dhr. F. Irrgang voor de toezending
ervan.)
Eerst staat halverwege blz. 171"De bepaling
van den inhoud uit de kaart kan eindelijk ook
nog geschieden door den veelhoek eerst in een
driehoek van gelijken inhoud te vervormen en
den inhoud hiervan te berekenen uit de gemeten
basis en hoogte.6 In de volgende paragraaf
wordt een instrumentje beschreven om deze
bewerking op eene eenvoudige wijze uit te
voeren, zonder op de kaart andere lijnen te
trekken dan de basis van den driehoek."
167. Transformateur. Zoo als boven is
aangegeven, kan de inhoud van een perceel
ABCDEFGH, fig. 109 (afb. 16), gevonden
worden, door dat perceel tot een driehoek
C 'D E' van gelijken inhoud te vervormen en
daarvan den inhoud te bepalen door het meten
van de basis C'E' en de hoogte DK. Voor deze
vervorming vereenigt men de punten A en C en
trekt door B eene lijn BB' evenwijdig daaraan,
tot zij de lijn AH in B' snijdt; wordt nu CB'
getrokken, dan is AABC AAB'C en de lijn
B'C kan dus de twee lijnen AB en BC ver
vangen. Vereenigt men nu Bmet D en trekt
CC daaraan evenwijdig tot zij in C' het
verlengde van HA snijdt, dan is, als men D met
C' vereenigt ACDB' AC'DB' en de lijn C'D
kan dus de twee lijnen B'C en CD of de drie
lijnen AB, BC en CD vervangen, zonder dat
daardoor de inhoud van het perceel verandert.
Afb. 16. Figuur 109 uit het boek van Schols uit 1890
6 De tekst vermeldt dus uit de "gemeten basis en hoogte", hiermee wordt bedoeld met de uit de kaart uitgepaste basis en hoogte.
101