Caert-Thresoor 2009-2
waarschijnlijk bezig was met de verkenningen
van kaartblad 30 voor de verbetering van de
eerste militaire topografische kaart van
Krayenhoff. Voorts deelde hij destijds mede:
"benevens de heren luitenants-ingenieur van
Oosterhoudt en Van der Kemp Hij voegde er
aan toe: "indien nodig zal hij gaarne assisten
tie van de civiele autoriteiten ontvangen
Zoals gezegd was hij toen al met zijn ver
kenningen begonnen, want hij had, zo schreef
hij dus, bijstand nodig.
Op deze en de volgende bladzijde (blz. 85) werd
uiteengezet wat op de desbetreffende kaart van
Drachten en omgeving zichtbaar is. De volgende
bijdrage is te vinden op bladzijde 151, waar
Komelis Lowyses, huisman en landbouwer
(1768-1814), ter sprake werd gebracht, die in
1787 door het Hof van Friesland werd geadmit
teerd tot landmeter. In 1812 nam hij de familie
naam "Landmeter" aan, welke familienaam in
Drachten en omgeving nadien wel voorkomt (zie
bijvoorbeeld de webstek graftombe.nl). Kornelis
Lowyses komt niet voor in het repertorium van
Teeling. Hij kwam uit een familie van dorps-
rechters, ontvangers, boeren en verveners. Het
zou kunnen zijn dat hij wel de admissie tot
landmeter kreeg, maar het beroep als zodanig
nooit heeft gepraktiseerd en zich geconcentreerd
heeft op zijn boerenbedrijf. Toch werd door
nazaten wel verteld dat er van hun voorvader
kaarten bekend waren. In het register van de
aanname van familienamen van de grietenij
Smallingerland van 1811-1812 komt inderdaad
zijn familienaam "Landmeter" voor.
Op bladzijde 151 werd ook de naam genoemd
van Gjalt Hendriks, die in 1747 door het Hof
van Friesland tot landmeter werd geadmitteerd.
Gjalt Hendriks komt als Geeret of Gialt wel
voor in Teelings Repertorium met als aanvul
ling zijn landmetersadmissie op 3 maart 1747
en vermelding van een kaart van zijn hand van
Noorder- en Suyder-Dragten c.o., 1747.
Ten slotte werd op bladzijde 162 een Siert Jans
Zoovele ten tonele gevoerd als landmeter, maar
die kwam voordien ook voor als luitenant. Van
hem is tot dusver niets bekend. Ook zijn naam
komt niet voor in het repertorium van Teeling.
Zo kan de inhoud van een boek dat in 1976
verscheen toch een drietal niet zo bekende
landmeters opleveren; maar ook de beschrij
ving dat Huguenin in 1822 in de omgeving van
Drachten met de naverkenning van kaartblad
30 bezig was, welke moest dienen als basis-
kaart voor de nieuwe verbeterde versie van de
eerste militaire topografische kaart van
Kraijenhoff.
Henk Holsbrink
Uitgave 2009-2 van het tijdschrift Caert-Thresoor bevat onder meer de volgende bijdragen:
Oude kaarten in een GIS: mogelijkheden en beperkingen, door Elger Heere;
Kaarten en kruit: rampenkaarten van buskruitontploffingen in Nederland, door Henk
Reitsma;
Negentiende-eeuwse kaartkritiek. Von Derfeldens brief aan Vincedon-Dumoulin, door Piet
Broeders.
Verder startte Caert-Thresoor met ingang van dit nummer een nieuwe rubriek:
Kaartencollecties in Nederland, en begonnen werd met die van de Universiteit Leiden.
Algemene informatie: www.maphist.nl/ct.
PS. Vanwege een overvloed aan kopij wordt de reactie van Jeroen Mohrmann op het artikel
van Broeders in Caert-Thresoor, onder de titel Sleutelwoord voor de 19^e eeuws koloniale
cartografie: nauwkeurigheid, pas opgenomen in nummer 2009-4 van De Hollandse Cirkel.
118