oorlog en marine. Hieronder ressorteerde een
Topografisch Bureau, waaruit na allerlei split
singen en fusies in 1932 de Topografische
Dienst zou voortkomen. In 2004 werd deze
militaire karteringsdienst opgenomen in het
Kadaster.
Nu terug naar het proefschrift van Uitterhoeve.
Dit proefschrift beschrijft het leven en de car
rière van Kraijenhoff in dertien hoofdstukken
en een epiloog. De eerste drie hoofdstukken
voeren ons naar zijn jeugd in Nijmegen, zijn
studie in Harderwijk en zijn werk als arts en
natuurkundige in Amsterdam (p. 1-91). Dan
volgen twee hoofdstukken over zijn deel
neming in de patriotse beweging en de om
wenteling in Amsterdam van 1794, waar hij tot
stadscommandant werd benoemd (p. 92-146).
In de volgende drie hoofdstukken komen zijn
activiteiten op het gebied van geodesie en water
staat uitgebreid aan de orde. Hij ontplooide zich
als waterstaatkundige, topograaf en militair
ingenieur in de Bataafse republiek en onder de
regering van Lodewijk Napoleon was hij op dit
gebied - volgens Uitterhoeve - werkelijk een
alleskunner (p. 147-222).
De volgende vijf hoofdstukken gaan over zijn
ministerschap van oorlog, zijn relatie met het
Franse gezag, de vrijmaking van ons land, zijn
inspanningen als vestingbouwer onder koning
Willem 1 en de ellende die dat voor hem met
zich heeft meegebracht (p. 223-380). In de
epiloog tracht de auteur de beweegredenen van
deze zeer energieke generaal, politicus en
wetenschapper te analyseren.
Het ligt voor de hand om in deze boeiend
geschreven biografie je extra te verdiepen in de
delen die met je eigen vak te maken hebben.
Deze zijn te vinden in de hoofdstukken 6, 8 en
10.
Kraijenhoff werd in zijn jeugdjaren ingewijd in
de geheimen van het landmeten en waterpassen
door zijn vader, die als militair ingenieur grote
ervaring op dit terrein had. De dubbele benoe
ming van Kraijenhoff in 1795 als tweede man
bij resp. de militaire genie én de waterstaat
(onder Brunings) hebben veel bijgedragen tot
zijn blijvende inzet voor de geodesie en de
rivierkunde. Toen in 1798 dubbelfuncties
verboden werden, koos hij voor de militaire
genie. Maar tijdens zijn verdere loopbaan bleef
hij veel voor de waterstaat betekenen. Naast
zijn landelijke driehoeksmeting heeft hij o.m.
via doorgaande waterpassingen het
Amsterdams Peil over grote delen van het land
verspreid. In 1818 werd (onder Goudriaan) het
AP ten slotte als algemeen vergelijkingsvlak
bij Koninklijk Besluit voorgeschreven.
Tot zijn geodetische hoofdwerk moeten we
echter de landelijke primaire driehoeksmeting
rekenen. Hij heeft deze triangulatie persoon
lijk, met steun van enkele militaire ingenieurs,
tussen 1802 en 1811 uitgevoerd. Zelfs in zijn
drukste jaren tijdens het bewind van koning
Lodewijk Napoleon wist hij blijkbaar tijd te
vinden om maandenlang in het veld te zijn. En
dat vond plaats naast zijn functies als aide-de-
camp van de koning, als directeur der fortifica
tiën, als directeur van het depot-generaal van
oorlog, als inspecteur der rivieren en als lid van
vele commissies!
Na de inlijving bij Frankrijk werd Kraijenhoff
brigade-generaal in de Franse Armée, maar
kreeg hij wel meer tijd voor het voltooien van
de driehoeksmeting (1811) en de voltooiing en
vastlegging van zijn waterpassingen, gebaseerd
op het Amsterdams Peil (1812).
In het boek is een schilderij afgebeeld van
Kraijenhoff in burgerkleding, met op de achter
grond de repetitiecirkel van Borda. Het schil
derij stamt uit de jaren 1810-1813 en is waar
schijnlijk gemaakt ter ere van de voltooiing
van de driehoeksmeting. Uitterhoeve schrijft
erbij: "Met de burgerkleding heeft Kraijenhoff,
toen toch brigade-generaal in het Franse leger,
waarschijnlijk het civiele karakter van zijn
onderneming willen laten zien"!
Aan alles wat in de loop der jaren op ons
vakgebied over Kraijenhoff is gepubliceerd
worden in het proefschrift geen nieuwe
inzichten toegevoegd. Wel krijgt men grote
bewondering voor deze man, die naast zijn zeer
drukke politieke en militaire verplichtingen de
tijd heeft kunnen vinden om zoveel werk te
verzetten voor waterpassing en driehoeks
meting. Voor dat laatste moet hij jarenlang
maanden op pad zijn geweest! Toch is het deze
activiteit die hem als prominente geodeet
terecht deed komen in de nationale weten
schapscanon van de Volkskrant (2008).
Dit proefschrift, of liever: dit fraaie boekwerk,
is een boeiend verhaal over een energieke
alleskunner: arts, natuurkundige, waterstaat-
122