sfeervol wintergezicht op Aarlanderveen, zie
p. 315. De redactie moet gefeliciteerd worden
met de ruime gevarieerde keuze van het
illustratiemateriaal, daardoor is dit boek, naast
een zeer waardevolle historische studie over
het waterbeheer van Rijnland, ook een prachtig
'kijkboek' geworden.
Henri Pouls
Cordula Rooijendijk, Waterwolven, Atlas
Amsterdam 2009, ISBN 9789045004815,
352 bh., 34,90
laatste hoofdstuk 'Geef ons heden ons dage
lijks brood, en af en toe een watersnood' bevat,
zoals ook aangegeven, de geheel eigen mening
van de auteur. Volgens haar kunnen we niet
rustig gaan slapen met al de moderne spectacu
laire plannen van eilanden voor de kust,
osmosecentrales, natuurwaardenbevorderingen
en dergelijke. 'Dat heeft te maken met de
grotere invloed van gamma's en alfa's op de
waterbouwkunde. Eeuwenlang waren water
staatswerken een aangelegenheid van
ingenieurs, van bèta's, van mensen als Jan
Anne Beijerinck en Melchior Bolstra', zo
analyseert Rooijendijk. Ze legt de vinger bij de
zwakke schakels in de veiligheidstoetsing van
de primaire waterkeringen. 'Zachtjes gromt de
waterwolf' is dan ook de laatste zin van de
romptekst en een fraaie animalisering van de
zee.
Met een verantwoording, verklarende
woordenlijst en register is het ook goed
geïllustreerde boek voornaam uitgegeven.
Adri den Boer
'Waterwolven' is een boek over stormvloeden,
dijkenbouwers en droogmakers en niet primair
over landmeters, maar ze komen er wel in voor.
Wie eenmaal aan het lezen slaat in deze
literaire non-fictie, wil het boek uit hebben
ook, het is goed geschreven. Tal van kantteke
ningen zouden er wel te plaatsen zijn en van
enkele doen we dat hier. Het waterpassen
('peilen') van een dijk met de richelle volgens
Andries Vierlingh bijvoorbeeld is goed
beschreven, maar dat de dijkgraaf - de gezag
hebber - daarbij persoonlijk de assistent van de
landmeter was, lijkt me niet juist. Dat in 1574
bij Capelle aan den IJssel de dijk werd doorge
stoken ter wille van het ontzet van Leiden
klopt, maar dat geldt niet voor de woordkeus
dat 'de dijkgraaf van Capelle' dit deed.
Vermeldenswaard is bijvoorbeeld ook het
fragment dat in het begin van de 17e eeuw
landmeters over het bevroren ijs van de
Beemster wandelden om 'extra preciese
metingen te doen'.
Het NAP wordt bij de waterpassende Cornelis
Lely goed uitgelegd als Normaal Amsterdams
Peil, maar eerder kwam ook de onterechte term
Nieuw Amsterdams Peil in het boek voor. Het
Op veiling van 29/30 september 2009 te
koop: J. Morgenster, Werkdadige Meet-
komst..., 's-Gravenhage 1757 150-200).
Zie www. hondiusauctions. com
Wateriuoluen
I LA KOOIJI
127