Kolom 2: Nevil Maskelyne (1732-1811), hij was in de periode 1765-1811 de vijfde "Astronomer Royal" en
initiator van de inmiddels al ruim twee eeuwen, jaarlijks uitgegeven Nautical Almanac and Astronomical
Ephemeris. Samen met Cassini publiceerde hij de meetgegevens betreffende de koppeling Greenwich-Parijs
in het vakblad Philosophical Transactions (1787).
William Mudge (1762-1820) was de Surveyor-General van Engeland en Wales, betrokken bij de eerste koppe
ling Greenwich-Parijs in 1787. In 1812 berekende hij de afplatting van de geoïde, de ellips over de polen
tussen de 1/310 en 1/320.
Thomas Colby (1784-1852). Opvolger van Mudge als Surveyor-General. Hij was Royal Engineer, lid van de
RAS en werd vooral bekend door zijn Ordnance sutyey of Great Britain (1832).
Alexander Dalrymple (1737-1808). Eerste Britse "Hydrographer of the Navy" periode 1795-1805, de Chef
der Hydrografie noemden andere landen deze functionaris. Deze Marine-officier heeft wereldwijd ruim 1000
hydrografische kaarten op zijn naam staan.
J.L. Tiarks (1789-1837), een Brits astronoom in dienst van de Royal Navy die vanaf 1824 diverse chronomete-
reizen maakte van de sterrenwacht Altona, via Bremen en Helgoland naar Londen, Greenwich en terug.6
Kolom 3: J.D. Cassini (1748-1845). Deze Franse astronoom realiseerde de eerste chronometrische koppeling
tussen 's werelds belangrijkste sterrenwachten Parijs, waar hij directeur van was, en Greenwich in 1787.
A. Perny de Villeneuve, een Frans astronoom die in 1795 de opdracht kreeg de veroverde gebieden trigono
metrisch aan te sluiten op de metingen van Delambre en Méchain. Krayenhoffs metingen sloten hierop aan en
hij noemt hem, in zijn "Batavische Vermessungen" als de initiatiefnemer/opdrachtgever voor de metingen
tussen Texel en Bergen op Zoom. Alle West-Europese driehoeksmetingen op het vasteland werden vervolgens
samengesmeed door J.R. Delaistre in zijn kaart: Carte de la navigation et des routes de 1 'interieur de
1 'Empire Frangais (1812). Deze West-Europese militaire landkaart loopt van Altona in het noorden tot Napels
in het zuidoosten.
J.B.J. Delambre (1749-1822) en P.F.A. Méchain (1744-1804) zijn de twee hoofdrolspelers voor de triangulatie
van Frankrijk en Spanje en daarmee voor heel West-Europa. Méchain was in de periode 1800-1804 directeur
van het Bureau des Longitudes, Delambre volgde hem als directeur op, in de periode 1804-1822, van dit
toonaangevende instituut voor de wereldwijde triangulatie.
L. Puissant (1769-1843). Hij was wiskundige/geodeet en schreef Traité géodesie, ou Exposition des méthodes
astronomique et trigonométriques, appliquées soit a la messure de la terre, soit a la convection du canevas
des cartes et des plans, (1805, 2^e editie 1819, 3c'e editie 1824). Zijn Traité géodesie was jarenlang verplichte
studiekost voor cadetten en adelborsten en verder voor iedereen die iets met driehoeksmetingen van doen had.
Jean Nicolas Buache (1741-1825). In de periode 1789-1825 was hij de Franse Chef der Hydrografie. In de
periode 1795-1805 was Dalrymple zijn Britse evenknie.
Kolom 4: F.X. von Zach (1754-1832), generaal-majoor in het Oostenrijk-Hongaarse leger en astronoom die
wereldwijd astronomische metingen en berekeningen verzamelde en in de periode 1800-1813 publiceerde in
Monatliche Correspondenz zur beförderung der Erd- and Himmelskunde.
J.F. Wiirm (1760-1833). Astronoom die met zijn Beitrage zu geographischen Langenbestimmungen, in de
periode 1787-1805 zeven afleveringen met 80 posities, voor de onderbouwing van de wereldwijde driehoeks
metingen heeft gezorgd. Deze basispunten werden daarna in steeds langer wordende tabellen opgenomen en
vormden de grondslag voor de wereldwijde trigonometrische kaarten. Zie afbeelding 2, lijst van Nederlandse
basispunten vóór de triangulatie van Krayenhoff.
K.L.E. von LeCoq (1754-1829) was "Königliche Preussische General-Major und Commandeur en Chef des
Garde-Grenadier-Bataillons". Hij was een belangrijke geodetische vakgenoot van Krayenhoff. Von LeCoq
publiceerde zijn metingen eveneens in het vakblad Monatliche Correspondenz onder de titel "Uber die trigo
nometrische Aufnahme in Westphalen".7
6 J.L. Tiarks, Astronomische Nachrichten 5 (1827), p. 225-228
Von LeCoq, Monatliche Correspondenz: Uber die trigonometrische Aufnahme in Westphalen, in vijf afleveringen en vier
bijlagen: 2 (1800), p. 203-207, (1803) p. 68-81, 136-158, 197-207 en 321-331, de bijlagen A 394, B 397, C 399 en
D 402. Zijn grote trigonometrische kaart van NW Duitsland, Westfalen uit 1801waarvan delen reeds in Caert Thresoor
2006-3, p. 65 en 2007-1, p. 17 gepubliceerd zijn, is hieraan toegevoegd.
144