tn^nnHtrifcken VermdTuttg
der Batnvifchen Republik
■3
u
5Ï
Afb. 7. Nederlandse basispunten na de
metingen van Krayenhoff, gepubliceerd in
Monatliche Correspondenz 1804.
Conclusies
1 Krayenhoff en de wereldwijde driehoeks
metingen is een vergeten hoofdstuk in
Wilfiried Uitterhoeves proefschrift.
2 Krayenhoff kreeg via de hiërarchische
lijnen in 1801 opdracht met de driehoeks
metingen van de Bataafsche Republiek te
starten.
3 Deze opdracht, van de Franse astronoom
Perny de Villeneuve, kwam nadat Van
Swinden zich in Frankrijk, bij Delambre en
Méchain, uitvoerig over de rekenmethodiek
voor triangulatie op de hoogte had gesteld.
4 De wetenschappelijke aanpak van
Delambre en Méchain plus de invoering
van het metrieke stelsel, die eveneens door
Van Swinden als regeringsvoorstel gepubli
ceerd werd, vormden de start van de practi-
sche triangulatie in de Bataafse Republiek.
5 Het Franse "Bureau des Longitudes" was
rond 1800 het toonaangevende instituut
voor de wereldwijde triangulatie.
6 In de tijd van de "Batavische
Vermessungen" waren de Zuid-Europese
driehoeksmetingen vanaf Duinkerken-Mont
Cassel via Parijs, Madrid en Barcelona
gevorderd tot op de Balearen.
7 Krayenhoffs "Batavische Vermessungen"
van 1803 vulden een witte vlek in het
Franse West-Europese triangulatieplaatje.
8 Krayenhoffs "Batavische Vermessungen"
werden geïncorporeerd in de grote West-
Europese militaire landkaart van J.R.
Delaistre uit 1812.
9 De Middellandse-zeekaart van de Spaanse
hydrograafVincente Tofino uit 1811 werd
geconstrueerd in opdracht van Spanje,
Frankrijk, Italië en Malta. Deze kaart kan
gezien worden als het eerste grote succes
van de internationale samenwerking door
astronomen, geodeten en hydrografen.
West-Europa werd mede hiermee trigono
metrisch met Afrika, het Midden-Oosten en
Brits-Indïë verbonden.
10 Het door Koeman gebruikte begrip
"militaire kartografie" is misleidend. Alle
19c'e eeuwse trigonometrische kaarten
waren militaire kaarten. NIET-militaire/
trigonometrische kaarten waren per
definitie ongeschikt voor ingenieurs
werkzaamheden en voor zeevarenden.
11 De genoemde standaardwerken van
Koeman en Bubberman dienen herzien te
worden.
Met dank aan dr S.J. de Groot.
1884-2009 125 jaar kaart van
Rotterdam
Meer hierover volgt in nr. 2010-1
Gcograpbifdie Ortibefliroinungen
ant (3ct
i2n Obtrftcn i'. K
Nuimi Oerlef
AirJcriburg w
AflcuJe
Ahtwdïpflhr Licfcfnua.ctilliuro»
AljiJirn in ItolInuiï
JübMub. VVaiMitm
Fcluc Md rit 41
aïlf J Kirctalkuim
A^ttfBcbr
^mlkclvccn r
AlUuiJf»PiircJulinrm -r -
'J'Liuiu tlfr
IScrudii öp iQïWin t -
BmU
Kriel
I te-nu tin]
Hoograven 4
Btrrnrwyk T
ïk-JUfceubrcck-
CipcE im ÏJTal
TtarirteUt
Italic, nclIC* KisrcLiïiunn
JJamfcufg in VV.iklmni
I>ienwn i t 4
Dilnkirrken
JJiiUiiuidciL ...i44
Edun. ÖpieltliiuTii
Oocinckm T
GfruJa
trtMMlc-Hred* - -
Gö»*Cj Su ISn.vö-Tïmrm -
'i ijnVcfAfeidu 4
Elude Almr£ r r
ffoci Ka»l«Ï4rtii»ï)t«nn
Ikjxttgoutitifcli
I Lingo
IjTcice
ïl*
6'
4 C*
51"
Iti'
J7>#5
tl
35
5.
51
4J. 3
11
3
SS, O
y*
16; 1
31
IV
it.
S3
,5öv 4
ifl
it
51, f
Si
21
53, 5
31
*1
53, fi
51
12
17. 0
21
23
41. si
53
31
53* 4
31
3 4
7
52
1$
4
31
3®
41. K
51
18
H. 9
U
21
fis» fi
.S3
57
■58. 4
li
24
o
51
34
X
iS, 1
Al
ti
33, 4
31
8, a
51
44. S
31
3Ö
i
At
55
JJ. 7
21
*9
is, 7
51
51
ti, 5
31
34
W i
Ai
4S
55. I
34
31.
52
5
13, O
31
TV
3Ch 1
51
?jl
24, I
13
15
5<5, 6
52
19
36, A
tl
15
34. 5
31
55
37, 8
tl
1?
17-' S
51
44
54, 7
32
t
3Vi 5
51
Q
4v,
9
37- 7
51
35
Si. J
13
38
13.
52
21
2. 4
i<y
a
13, O
53
3
IJ, 0
Kt
3'
4^ 9
S*
4. S
31
42
41. ti
Al
49*
12
18
15- O
Al
4U
Agh. I
31
12
.1
51
0
42. 9
i i
ïfi
s* 4
Af
4t
tl, 1
21
21
M5, 7
51
3
tja 4
21
49
30 a
Ai
O
3d. 4
tl
51
59* 4
sr
43
S* 6
11
1*
14. A
Ai
ia. 3
21
5S
37, e
51
4*
3i. 6
ii.iin
150