ploeg koelies, die steeds bij het meten dienst deden, was de kleine Javaan, die met eene riclit- baak in de hand en eene opgerolde teekening onder den arm u niet weinig trotsch aankijkt. Hij was zich ten volle van zijne waardigheid bewust, en wee den ongelukkigen koelie, die zelfs maar het ledige instrumentenkistje onbeschaduwd in de zon dorst zetten, hij was zeker van een stortvloed Javaansche scheld woorden van de allerergste soort. Walido, zoo was 's mans naam, had nu eenmaal den last gekregen te zorgen, dat steeds het waterpas toestel of de theodoliet door het zonnescherm moest beschut worden, en strekte nu ook zijne zorgen uit over alles, wat met die, in zijne oogen bijna heilige voorwerpen, maar eenigszins in verband stond. Hij had zoovele kleine kunst grepen om den officier, die met het instrument werkte, de taak te verlichten, dat de indruk van bekrompenheid, door zijne zorg voor het kistje opgewekt, aanzienlijk werd getemperd. Nog staan vele personen op de teekening, welke niet zijn besproken. Alle te bespreken zoude mij te ver voeren, meer dan een bijschrift bij de plaat televeren was niet het doel van dit stukje. En hiermede neem ik afscheid van de vertegenwoordigers van het zeer talrijke werkvolk, waarmede ik bijna twee jaar lang dagelijks verkeerde." Uit: F., Eene groep Javaansch werkvolk, in: Elsevier 's Geïllustreerd Maandschrift 1894-1, p. 306/307; ook op www.elseviers maandschrift, nl Landmeten aan de KMA "Vooral vroeger stond bij het academisch- onderwijs de theorie in zeer ongunstige verhouding tot de praktijk. Almee de aan genaamste dienst was het landmeten. Met theo doliet of astrolabium, een meetketting en eenige baken uitgerust, werd een clubje uit gezonden om voor de zooveelste maal eenzelfde terreingedeelte in kaart te brengen. Dit geschiedde - het is waarlijk zoo - zonder geleide van een surveillant of dwarskijker. Spoedig werd dan een herbergzaam oord opgezocht en om de beurt bleef er een op den uitkijk staan, om te zien of er onverhoopt onraad was. Er werd dan alles gedaan, behalve opmeten; gezellig zat men een potje bier te drinken en te keuvelen en de plompe boeren deern, die als kellnerin optrad, werd gecom plimenteerd als eene stadsche schoone. - Daar werd een onrustbarend signaal gegeven, als onder de Roodhuiden - ten teeken dat een der officieren naderde, en meermalen stoof dan de verschrikte ploeg, met instrument en drievoet, een venster uit, om buiten eensklaps eene bedrijvigheid te ontwikkelen, die niet altijd voor goede munt werd opgenomen. Werkelijk als een hoop musschen vlogen de landmeters soms verschrikt een eind weg; dikwijls kreeg een waterpas-instrument, in plaats van den verrekijker, zijn gewonen metgezel, een halve flesch in de doos. Met behulp van vroegere gegevens, welke men had weten machtig te worden, werd een topographische teekening saamgefianst, waarin weleer begane fouten zich vermenigvuldigden en wanneer in werke lijkheid op deze wijze eene triangulatie of nauwkeurigheidswaterpassing ware geschied, zoude het lieve vaderland ten laatste wellicht abusievelijk eene provincie meer geteld heb ben, dan tot dusverre het geval was, terwijl het vermaarde Amsterdamsche peil allicht tot de duizelingwekkende hoogte van het haantje op den Westertoren zoude zijn opgevoerd! Bijzonder vertrouwbaar zijn die opmetingen nooit geweest; maar wij hadden het levendig besef, dat zij door niemand als van blijvende waarde werden beschouwd." Uit: George Keppei; De Militaire Academie, in: Elsevier 's Geïllustreerd Maandschrift, 1894-11 (juli-dec.), p. 641; ook op www. elseviermaandschrift. nl Van de Elterberg in 1900 "Wie nu denkt hier een uitkijkpunt bereikt te hebben zooals er weinig zijn, ziet zich bij de tegenwoordige hoogte der pijnbosschen die langs des bergs flanken groeien, geweldig teleurgesteld indien hij ten minste op zijn voeten moet blijven staan. Te vergeefs loopt hij het heele kale heitje af, dat den bergtop niet „bekleedt" maar ontkleed houdt, troosteloos zonnig. Maar treft ge het - zooals ik het trof - dat er de heeren landmeters aan het werk zijn, en verkrijgt ge dan vergunning om den toren - niet anders dan voetstuk voor een meettafel - 166

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2009 | | pagina 40