68.
sextant met kist nr. S 12
69.
sextant met kist nr. S 13
70.
nr. XX 247
octant met kist nr. V-XX 247
71.
nr. 769
sextant met kist nr. E.B. 769
72.
Arbon Krap, Rotterdam
sextant
73.
G. Hülft, N.A. van Kuilen
sextant
74.
J.M. Kleman en Zoon
zak-sextant
75.
E. Wenckebach, A'dam nr. 18
zak-sextant
76.
Elliott Bros., Londen
zak-sextant
77.
J. van Pelt en Zn., Breda
zak-sextant
78.
Troughton en Simms, Londen
oude sextant, spiegels afwezig
79.
zes houten schermpjes voor onderzoek sextant
80.
kistje met gereedschappen voor reparatie meetbanden
enz.
Overig lesmateriaal
Ook andere dan de categorieën 'theodolieten',
'waterpasinstrumenten', 'astrolabia' en
'sextanten' verdienen de aandacht.
Bij de 27 'baken': een oude verticale 2 mm-
baak met doosniveau van C. Becker (c. 1850?)
die in Wageningen bleef, verticale Dieperink
veldenmillimeterbaken van De Koningh en
Kipp (Delft en Wageningen), een verticale
driebeeld-tachymeterbaak van Gustav Heyde
(Delft) en horizontale Dieperinkbaken van De
Koningh en Kipp (Delft en Wageningen).
Onder de 126 'statieven' was er één voor de
meeste instrumenten, maar er waren ook losse
statieven, zoals voor heliotropen, voor bij de
basismeting met invardraden en de flesjes-
waterpasmeting en stokken, te gebruiken bij
kleine handinstrumenten enz.
Interessant zijn ook de 38 'diverse instru
menten', zoals: enkele planchets (waaronder
één van Breithaupt, genummerd 30893, dat
Delft claimde), twee loodstaven van Carl-
Bamberg en twee heliotropen die - in 1920
ontvangen van de RCGW14 - niet teruggingen
naar Delft, barometers, een door De Koningh
geleverd draadmodel van een hemelglobe,
waar Delft belangstelling voor had, zinken
modellen voor bij de puntsbepaling, die Delft
wel wilde, twee oude verdeelmachines (Delft),
een model-onthoekingsapparaat (Wageningen),
een chronometer van Vacheron Constantin te
Genève en een radioapparaat (Delft).
De 31 'equerres en pantometers' - alleen
Holsboer werd als leverancier genoemd -
bleven alle in Wageningen.
Zo ook de 4 'hellingmeters' van Holsboer, De
Koningh, H.I. Harting en J.D. Moeller.
Eveneens bleven de meeste van de 24 'plani-
meters en pantografen' - van verschillende
types en, afgezien van een 'Ott' en een
'Richter', alle van Coradi - in Wageningen.
Dat gold ook voor de 36 'prisma's, meetveren,
schietloden, enz.' en de 21 'kijkers enz.',
waarvan enkele op naam van De Koningh
stonden; het kleine veldinstrumentarium.
Evenzeer voor de 108 'jalons, meetlatten,
enz.'; het meetgereedschap in verlerlei uitvoe
ringen.
'Rekenmachines' werd met 37 stuks vertegen
woordigd door zowel elektrische (een
Marchant) als handmatig mechanische (een
Trinks-Brunsviga), maar onder de categorie
vielen ook optelmachines, houten rekenlinialen
- zelfs een papieren - en twaalf houten latjes als
'rekenstaafjes'. Alles werd globaal 'half om'
verdeeld, waarbij bijvoorbeeld Wageningen de
Marchant kreeg en Delft de rekenstaafjes
18
'4 Zie bij noot 5.