Afb. 1. Spannender dan "lopen en passen tellen in Friesland: de citadel van Antwerpen, kort na
de val op 23 december 1832, Ferdinand de Braekeleer, 1839, coll. Rijksmuseum, uitsnede
(www.geheugenvannederland.nl)
Geertruij was al in november 1811 overleden.
Zijn vader - Pieter sr. - hertrouwde, maar toen
ook hij overleed in juni 1822, werd de 12-
jarige Pieter in het Delftse weeshuis
opgenomen.10 Het was in de tijd dat de Haagse
luitenant Pieter Hendrik van der Kemp in
Friesland assisteerde bij de topografische
opneming. De kennelijk ook veelbelovende
Delftse Pieter van der Kemp verhuisde in 1826
naar het plaatselijke huis van de Fundatie van
Renswoude, van waaruit hij enkele jaren bouw
kundig in de leer was bij een molenmaker, in
de winter avondles kreeg aan de Haagse Teken
academie en de landmeter van het Hoogheem
raadschap Delfland hem kennis van zijn vak
bijbracht.11 De Belgische opstand van 1830
noopte Pieter een 'stage' die hij in Brussel liep
bij de vroegere Delftse instrumentmaker
J.H. Onderdewijngaard Canzius - in Brussel
inmiddels directeur van het Rijksmuseum voor
Kunsten en Volksvlijt - af te breken; dit terwi jl
luitenant Pieter Hendrik van der Kemp zich
opmaakte om te helpen de Citadel van
Antwerpen in staat van verdediging te brengen.
Terug in Holland werkte Pieter bij diverse
bouwprojecten en bewees hij zijn kennis van
de landmeetkunde door in 1832 te slagen voor
het examen daarin; kennis die hem bij zijn
bouwkundige ambities goed van pas kwam. Dit
was ook het geval bij de scheiding van het
Tongerense van het Eper veen, het jaar daarop,
toen de Amsterdamse koopman J.H. Rauwen-
10 Nieuw Ned. Biogr. Woordenboek deel IX, kol. 500
11 E.P. de Booy en J. Engel, Van erfenis tot studiebeurs. De Fundatie van de vrijvrouwe van Renswoude te Delft, Delft 1985,
p. 148-149 en 296
44