Koopmans en Teeling: pioniers van de geschied schrijving van de landmeetkunde (2) Henk Holsbrink Koopmans: "Kadasters in de Oudheid" (I) Na een artikel overTeelings bijdragen in de serie over de Nederlandse pioniers van de geschiedschrijving van de landmeetkunde in nummer 2009-4 volgt nu een tweedelige bijdrage over de artikelenserie van Koopmans. (Pouls benutte in 1997 Koopmans niet voor zijn hoofdstuk 'De Romeinse tijd' in zijn boek De Landmeter, maar signaleerde ook: 'Kennis over de Romeinse landmeter is uit diverse bronnen te putten.') Koopmans begon in de eerste aflevering van zijn elfdelige serie met in totaal 123 bladzijden met de opmerking dat 'een poging wordt ondernomen om de oudste gegevens betref fende de beoefening van landmeetkunde en de eerste kadasters' te publiceren (afb. 1); dit met het voorbehoud dat 'een geheel volledige bronnenstudie' onmogelijk zou zijn. Hij merkte op dat voor het schrijven van dergelijke artikelen de hulp van vakgeleerden onontbeer lijk is geweest en memoreerde de vriendelijke hulp van prof.ir. R.F. Forbes, dr. Maria Roosenboom en enkele anderen. Hij vatte dit inleidende hoofdstuk van zijn serie samen door te schrijven dat na een algemeen overzicht van de bronnen achtereenvolgens de administra tieve en technische gegevens van de Egyp tische, Romeinse en andere kadasters werden behandeld. In deze inleiding beschreef Koopmans de oudste bronnen, die naar zijn zeggen slechts een tip van de sluier konden oplichten en nu slechts bestaan uit de resul taten van archeologische vondsten in het oude Afb. 1. Het artikel van Koopmans op de inhoudsopgave van het tweede nummer van jaargang 8 van het 'Orgaan1950 Babyion en verdwenen volkeren als de Hittieten, alsmede van oud-Egypte, waarvan in musea bewaarde papyri echter weinig te vertellen hadden over landmeetkunde in die periodes. Ook van Afrika, China en India was pas een begin van studies gemaakt. Het was begrijpelijk, aldus Koopmans, dat de oudste 'practische veldmetingen en ceremoniele grensafbakingen' al zeer vroeg in de bescha vingsmiddelpunten van de oudheid te vinden waren, alwaar waardevolle landerijen in cultuur werden gebracht, en hij noemde dan ook Egypte en Babylon (in de vruchtbare delta's van Nijl, Eufraat en Tigris). Als eerste en oudste afbeelding van de serie was een klei tablet afgedrukt uit de omgeving van Kirkuk in Irak, waar een plattegrond gevonden was waar op ingeschreven maten waren (in-) "gegriffeld" van ongeveer 2400-2200 voor Chr. In dit eerste hoofdstuk beschreef Koopmans de administra ties op cultuurland van de oude beschavingen van Assyrië, Babylonië, Egypte en Syrië. Het bleek dat over vroege Kadasters in Babyion en Byzantium de schrijver vrijwel niets aan de weet was gekomen. Hij besloot dit eerste hoofdstuk met een beschouwing over gelofte stenen, grensstenen en stenen met inscripties. Op de laatste waren aktes van giften beschre ven van landerijen met nauwkeurige aan duidingen van hun grenzen. In de tweede aflevering gaf de schrijver enig inzicht in het bewijs van het bestaan van land meetkundige instellingen van destijds, alsmede van de relatie hiervan met de beoefening van de landmeetkunde, waarvan nu nog talrijke illustraties getuigen, aldus Koopmans. Illustratief voor de vele Assyrisch-Babylo- nische vondsten van destijds in ruïnes van een paleis nabij de Tigris was de beschrijving van de inhoud van een inscriptie (een steen van zwart marmer). Die inscriptie vermeldde de afmetingen in stadiën van een stuk land dat door een eigenaar aan zijn dochter Hisr- INHOUD: 1Kadasters in de oudheid (IJ W. Koopaiaas bit-" 42 2. Vereenvoudiging bij de Ruilverkavdinflsdjenst. H. de Tïidder T 54 67

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2010 | | pagina 21