Sarginait werd geschonken. Resumerende gaf
de auteur in deze eerste twee bijdragen een
beschrijving van de vele bewaard gebleven
kleitafeltjes, papyri, beeldhouwwerken,
inscripties, muurschilderingen en grens-
aanduidingen die een overzicht gaven van de
oude administratie op onroerend goed in
Mesopotamië. Vervolgens beschreef Koop-
mans de instellingen en de bureaus van de
administratie op grondbezit van het oude
Egypte. Periodiek vonden er, aldus de
schrijver, tellingen en berekeningen van het
grondbezit plaats, om op basis van waarde en
opbrengst van de landerijen een grondslag te
vinden voor de belastingheffing. Daarbij
bestond er destijds in Opper-Egypte en het
noorden in zekere zin een koppeling tussen
bevolkingsadministratie en de administratie op
grondbezit. De vraag of in geheel Egypte van
een algemeen bodemregister, een kadaster dus,
kon worden gesproken beantwoordde Koop-
mans echter ontkennend: afpaling en uit
voering van metingen bewees nog niet dat er
een soort kadaster was. Hij besloot deze
bijdrage met een beschrijving van de 'dubbele'
grondadministratie in hetThebaanse Rijk.
Herodotus, een betrouwbare geschiedschrijver,
die leefde in ongeveer 460 v. Chr., heeft
destijds ook de met de overstromingen ver
bonden landmeetkunde beschreven waarvan
Koopmans in deze tweede aflevering eveneens
een indruk gaf. Interessant was wat hij ver
meldde over de tekeningen en inscripties op
grafwanden van de 'veldmeters'. Van de werk
zaamheden van deze veldmeters met hun meet
snoeren waren op genoemde inscripties zelfs
gekleurde scènes in beeld gebracht (afb. 2).
Daarna vervolgde Koopmans in het derde
artikel wat uitvoeriger de eerder genoemde
Afb. 2. Landmeters, koordspanners
nageschetst van een grafmuur van Amenhotpe-
si-se, Thebe
documenten van Egyptische administraties van
het grondbezit. Maar eerst behandelde hij een
aantal op wigvormige (klei-)tabletten afge
beelde kaarten van het oude Babylonië. Men
slaagde bij het onderzoek van opgegraven klei
tabletten in de overeenkomst vast te stellen
tussen de actuele situatie van het terrein en de
verkleinde voorstelling van de rechtlijnige
grenzen op een kleitablet van een kaart van
Nippur van 2000 jaar voor liet begin van de
jaartelling. Men ontdekte zelfs dat wind
richtingen op de kaarten werden aangegeven.
In Egypte was de situatie wat anders, want, zo
schreef Koopmans, met 'Tekeningen op schaal'
waren de Egyptenaren waarschijnlijk niet zo
bekend. Bij de beschrijving van landmeet
kunde in het oude Egypte werden daar uiter
aard ook werkzaamheden vermeld die verband
hielden met de periodieke overstromingen van
de Nijl gedurende de maanden juli-oktober.
Deze bestonden uit het voorspellen van ver
wachte waterstanden, deze waar te nemen en
op te meten en verder alle maatregelen te
nemen om een goede oogst te waarborgen
nadat in november-februari het water was
gedaald; dit alles onder toezicht van de onder
koning. De schrijver vermeldde een vaker
genoemd citaat van Ramses III aldus: 'Ik heb
voor U de velden geteld en gemeten.' Hierbij
speelde ook de belastingheffing op toegevoerd
water en op de oppervlakte van de landerijen
een rol. Hiervoor was een soort Kadaster
onontbeerlijk, waarvan een en ander in de
tempels mogelijk werd bewaard. Koopmans
schreef dat er vóór onze jaartelling waarschijn
lijk nog geen kadastrale registratie was, zoals
wij die kennen. Op een oude Palermosteen was
er al sprake van 'het meten en tellen der
landen'. Tijdens de jaarlijkse overstromingen
van de Nijl werden de landen van de Nijldelta
door een laag slib overdekt, waardoor vele
grenzen werden uitgewist. Kennelijk werd in
elk dorp informatie over de ligging van de
grenzen bewaard, zodat de breedte van elke
akker kon worden uitgemeten en afgepaald.
Maar tengevolge van de overstromingen waren
er ook veel mutaties in het grondbezit, waar
door de administratie op de grondbelasting
actueel moest worden gemaakt en er naast de
uitvoering van 'grensbepalingen' ook 'grond
belastingsmetingen' moesten worden uit-
68