kunnen maken en dat de objecten niet zonder
overleg met de KNAW - lees: NCG - zouden
kunnen worden vervreemd; de laatste voor
waarde, gelet op de wenselijkheid de NCG-
collectie bij elkaar te houden. Het eerder4 - zij
het onder voorbehoud - als W9 van de RD
geïdentificeerde object '295 T' uit Pouls'
inventaris (1988) viel niet onder de 25 over
gedragen objecten en de NCG zal daarop in
een voorkomend geval geen aanspraak kunnen
maken; deze kleinste Wanschaff wordt door het
TMD onder nummer 2000295GEO tot de
'onvoorwaardelijke' TUD-collectie gerekend.
In de overgangsperiode 2004-2008 had de
NCG, ook wat haar erfgoed aangaat, al een kijk
op de toekomst toen zij het TMD in 2005 toe
stemming gaf de W 35 No. 1 - zoals de destijds
als eerste door de RCGW aangeschafte en nu in
het TMD verblijvende Wanschaff is aan te
duiden - aan het Kadaster permanent in bruik
leen te geven. Het Kadaster mocht deze
grootste in de serie aan haar eigen Wanschaff-
collectie toevoegen en die aldus completeren.
Samen met de eigen W9 kwam W 35 No. 1 te
pronk te staan in een vitrine in de entree van
hoofdkantoor 'De Grift' aan de Hofstraat te
Apeldoorn. Het moet Pouls, die al jaren
geleden de zorg voor 'zijn' museum aan
anderen had moeten overlaten, enige pijn
hebben gedaan dat hiermee de Wanschaff-serie
in Delft werd aangetast. Ook hij kon niet ver
moeden dat de NCG plannen had met een
ander museum, Boerhaave in Leiden, dat tevens
historisch geodetisch materiaal, waaronder de
W 35 No. 2 (nummer: V11896) en W 21 No. 6
(nummer: V10811in de collectie had.
Die instrumenten had de toenmalige Stichting
Het Nederlandsch Historisch Natuurweten
schappelijk Museum (NHNM, later Rijks
museum voor de Geschiedenis der Natuur
wetenschappen en van de Geneeskunde:
Museum Boerhaave) te Leiden in 1934 van de
RCGW als 'A 95a', respectievelijk 'A 95' in
bruikleen gekregen, samen met een heliotroop
met bijbehorende kist, gemerkt 'No. 8'
('A 96'); aldus een bevestigende brief van 21
oktober 1936 met bijlage van directeur dr. C.A.
Crommelin aan prof. dr. J.J.A. Muller te Zeist,
voorzitter van de RCGW.5 Crommelin beloofde
de uitgeleende objecten "zorgvuldig te zullen
bewaren en bij eerste aanmaning" te zullen
teruggeven.
Met de al genoemde wens alle haar toekomende
oude geodetische instrumenten bij elkaar te
brengen en te houden en het geheel - dus met
het bij het TMD in bewaring genomen NCG-
aandeel in het voormalige 'museum-Pouls' -
aan het TMD over te dragen, greep de NCG in
december 2007 Crommelins belofte aan om de
bruikleenovereenkomst uit 1934 te beëindigen;
daarmee uitdrukkelijk vragend om teruggave
van laatstgenoemde Wanschaffs, zonder aan
dacht, helaas, voor de heliotroop die in 1934
ook was uitgeleend. Wat een daarentegen
abusievelijk wèl 'geclaimde' theodoliet van
Pistor&Martins (nummer: VI0668) betreft uit
de tweede helft van de 19de-eeuw moest het
bereidwillige Boerhaave de NCG teleurstellen:
die was in 1934 als 'A 88' in bruikleen ver
kregen van de TH in Delft. RCGW of TH, uit
eindelijk maakte het Boerhaave weinig uit en
Afb. 1. De W 35 No. 2 (Boerhaave VI1896),
als TMD 2008012GEO terug in Delft, werd in
de jaren 1892-1904 ingezet bij de primaire
Rijksdriehoeksmeting (foto TMD)
4 Noot 1p. 44
Archief NCG, ingek. brief 4663 met bijlage
88