gekarakteriseerd dan: "in zijn luie stoel
gezeten" bezig te zijn geweest met kaart
materiaal te verzamelen, dit te kopiëren en te
becommentariëren. De vele kritische aan
tekeningen van allerlei - waaronder trigono
metrische - aard die hij op de kaarten maakte,
en die hem brachten tot de definitieve compi
latie, laten zich in de beschrijvingen bij de
kaarten in het hoofdstuk 'Cartobibliografie'
van mijn proefschrift lezen.7
De passage in de tweede kolom van p. 141 van
het DHC-artikel, waarin Mohrmann beweert
dat ik er nog een schepje bovenop8 zou doen
met het verhaal9 in CT 2009-2 en waarin ik de
nauwkeurigheid van de kaarten van Von
Derfelden bijna tot een internationale
standaard zou verheffen waaraan Franse hydro-
grafen zoals Vincendon-Dumoulin een voor
beeld zouden kunnen nemen, is andermaal een
geweldig schot naast de boeg.
Het gaat hier om het simpele feit dat Vincendon-
Dumoulin in een van de delen van het reis
verslag van de expeditie naar Oceanië en de
Zuidpool die in de jaren 1837-1840 onder
commando van Dumont d'Urville heeft plaats
gevonden, een kaart van Borneo uit 1835 had
opgenomen die hem was geschonken door Van
den Dungen Gronovius, de ex-resident van
Pontianak op Borneo. Allerlei topografische
informatie daarop was in 1844, het jaar van de
publicatie van dat reisverslag, aanwijsbaar
onjuist10, en de enige zichtbare 'correctie' die
daarop door Vincendon-Dumoulin was aan
gebracht, bestond uit de intekening van de vaar
route van de Astrolabe en de Zélée. Daarom
verweet Von Derfelden Vincendon-Dumoulin
dat hij op dit punt niet wetenschappelijk ver
antwoord te werk was gegaan, omdat er een
nauwkeuriger kaartbeeld voorhanden was, b.v.
dat op blad 2 en 3 van Von Derfeldens
'Algemeene Kaart...'.
Von Derfelden sloeg de Franse ontdekkings
reizigers zeer hoog aan, maar juist daarom vond
hij het plaatsen van de kaart van Gronovius een
grove misser.
In het DHC-artikel nam Mohrmann de gelegen
heid te baat zijn fout in CT 2006-3 te corri
geren, ik zou haast zeggen te overcompenseren.
Op p. 66 in CT gaf hij afb. 4 'Schets van de
baai van Batavia; volgens de nieuwste waar
nemingen en verscheidene M.S.S.kaarten te
zamengesteld' als bijschrift: "Dit is de eerste
kaart 'opgehangen' aan de tijdbal van Batavia
en daarmee aan de Greenwich-nulmeridiaan.
Vervaardiger van deze kaart is de marine-
officier/hydrograaf G.F. Baron von Derfelden
van Hinderstein (1783-1857] in 1842."
Deze schets, een bijkaart op blad 6 van de
'Algemeene Kaart...', was Von Derfeldens
compilatie van [voorzover ik heb kunnen vast
stellen]:
de 'Nieuwe kaart van de Rheede van Batavia
strekkende van de hoek Ontong Java tot de
Hoek van Krawang opgenomen en in
Teekening gebracht door J.T.B' [J.T.
Busscher]11het was één van de 86 door
Busscher gekopieerde kaarten die deze
gepensioneerde zeeofficier in 1836 aanbood
aan het Ministerie van Koloniën, en waarvan
de originelen stammen uit de eerste decennia
van de 19de eeuw toen Busscher tweede
informator was aan "het Marineschool te
Semarang";
de kaart 'Peilingen ter bepaling eener
Droogte op de Reede van Batavia' waarop
Z.M. Fregat Bellona vast geraakte, gemerkt
A.L.W. [A.L.Weddik]12; de kaart werd
getekend door Dibbets in 1828;
de 'Kaart van de Stad Batavia en de Bank
voor de Groote Rivier met de nieuwgemaakte
Zee-hoofden Zamengesteld uit onder
scheidene opnamen sedert 1817 gedaan op
7 Broeders. 2007, p. 226-499
8 Dat is: boven op mijn beoordeling van het werk van Von Derfelden zoals te lezen in mijn proefschrift.
9 Broeders. 2009. Negentiende-eeuwse kaartkritiek; Von Derfeldens brief aan Vincendon-Dumoulin. Caert-Thresoor 2009, p. 48-54
10 Een kopie van deze kaart was aan Von Derfelden in de voorbereidende fase van zijn eigen exemplaar in bruikleen gegeven,
maar hij had er wegens de ondeugdelijkheid geen geo-informatie aan ontleend. Zie Caert-Thresoor 2009-2, 50 tweede kolom,
waar Von Derfeldens oordeel over de kaart uit de Mémoire analytique..., 11 wordt geciteerd.
11 Broeders. 2007, hoofdstuk 'Cartobibliografie' kaartnr. 36.02.03
12 idem kaartnr. 36.02.04
52