Varia: een torenhoogtemeting in de jaren 50
Nieuw Guinea, de Aroe, Tenimber, en andere
eilanden, in het jaar 1826, met Z.M. Koloniale
Brik Dourga, door den Luitenant ter Zee
eerste klasse, Ridder der Militaire Willems
orde D.H. Kolff, Junior. Berigten en
Verhandelingen over onderwerpen der zee
vaartkunde. Nieuwe volgorde, 1ste deel
(1837-1840): 510-532
Schroder, J.F.L. 1837. Waarnemingen gedaan
op eene reis naar eilanden gelegen bewesten
en beoosten Amboina, in het bijzonder naar
de westkust van Nieuw Guinea, en ont
dekking van eene straat aldaar volgens de
berigten der Luitenants ter zee Kolff, Boers
en Kool. Berigten en Verhandelingen over
onderwerpen der zeevaartkunde. Nieuwe
volgorde, 1ste deel (1837-1840): 484-624
Melvill van Carnbée, R 1846. Opgaven der
kaarten, welke bij het depot der Zeekaarten
te Batavia ten dienste der zeevaart verkrijg
baar zijn. Tijdschrift toegewijd aan het zee
wezen. Tweede reeks deel 6:127-138,
187-198 en 273-281. Daaraan toegevoegd op
342-348: Volledig stel Kaarten en Boeken,
voor het bevaren van den Nederlandschen
Indischen Archipel
Misschien is ook liet artikel van prof. Ormeling
sr.22 verhelderend:
Ormeling sr., F.J. 1989. Triangulatie,
opneming en kartering van Nederlands-
lndië. Kartografisch Tijdschrift, 15 no. 2:
37-48, literatuurlijst: 49-64
Er is een oud verhaal over een natuurkundige,
een landmeter en een sociologe die worden
gevraagd om de hoogte van een toren te
bepalen. Het speelt in de jaren vijftig, dus nog
in de tijd van de gulden. Ze mogen aan deze
taak 50 gulden besteden. Wanneer ze hun
resultaten presenteren, komt de natuurkundige
met een hoogte van 65 meter plus-minus één
meter. De landmeter heeft 65,60 meter plus
minus 20 centimeter en de sociologe geeft
precies 65,67 meter.
Gevraagd naar de gebruikte methode zegt de
natuurkundige dat hij voor het geld een stop
watch heeft gekocht, op de toren is geklommen
en een steen heeft laten vallen. Uit de valtijd
kon hij de hoogte berekenen. De landmeter
kocht een meetlint en een hellingsmeter en
bepaalde daarmee de hoogte. De sociologe
echter nam de koster mee uit eten (dat kon toen
nog heel goed voor 50 gulden), had een
gezellige avond, kwam veel over de parochie te
weten en heeft en passant naar de hoogte
gevraagd.
Wat vertelt dit verhaal nu? Drie mensen praten
schijnbaar over hetzelfde, de hoogte van de
toren, maar ieder geeft het begrip een heel
eigen betekenis. Voor een landmeter is de
hoogte van de toren een maat die je vaststelt in
meters, niet meer en niet minder. De natuur
kundige duidt het begrip hoogte in de context
van het zwaartekrachtveld, het gaat om een
potentiaal verschil datje dynamisch (door het
vallen van een steen) kan bepalen. Voor de
sociologe is de hoogte van de toren op zich niet
interessant, maar het is een mooi aangrijpings
punt om de koster eens uit te horen over de
parochie. Het verschil in context en dus
betekenis van het begrip bepaalt het verschil in
aanpak en daarmee het resultaat.
(Fragment column 'Succes Gl-technologie doet
GI-sector vervagen 'van profdrir Marden
Molenaar in Vi-matrix 128 - 2009; over
genomen met toestemming van VBK Editorial
Management)
22 Zie voor een complete bibliografie van prof. Ormeling sr. http://www.kartografie.nl/kt/specials/item2.htm [laatst geraadpleegd
15032010],
55