zijnde hermeting. Hij had zelf inmiddels contact met de RCGW over in de regio benodigde RD-coördinaten en aan de drie hoeksmeting werd al geruime tijd gewerkt, maar de minister had hem duidelijk gemaakt dat pas met de veelhoeks- en perceelsmeting kon worden begonnen als met het gemeente bestuur een naar zijn mening aanvaardbare overeenkomst was gesloten. Op de door Boer bij het overleg gehanteerde lijst stonden punten als: de beschikbaarheid van kantoorruimte, de aanwijzing van een gemachtigde voor de grensaanwijzingen, voorlichting van de ingezetenen betreffende het dulden van te plaatsen signalen en KAD-stenen, het op breken en herstel van bestrating in verband met het plaatsen van tekens en signalen, opslag ruimte voor de KAD-stenen en andere spullen, ten slotte woonruimte voor te detacheren land meters. De leiding zou berusten bij landmeter Van Riessen en diens collega L. Bakker, aan wie andere landmeters zouden worden toe gevoegd. Van Riessen zou in Arnhem blijven wonen, maar Bakker was genegen zich tijdelijk metterwoon te Apeldoorn te vestigen, mits hij daarbij door de gemeente in voldoende mate financieel tegemoet zou worden gekomen. De regeling met Bakker zou nog veel voeten in de aarde hebben, maar hij vestigde zich ten slotte in de Nassaulaan. Daar mocht Apeldoorn blij mee zijn, want een eerder in K&L geplaatste oproep aan vrijwilligers 0111 zich voor de her meting bij hun respectievelijke ingenieurs verificateur te melden, had geen tot weinig respons gehad. Van de kant van Arnhem kwam overigens alle medewerking en Van Riessen en Bakker hadden er zin in. Hoewel het besluit tot her meting ministerieel toen nog lang niet was genomen, hadden zij zich al in november 1918 ten stadhuize gemeld voor het maken van afspraken voor de verkenning, komende winter, van de hoofdpunten van het te meten driehoeksnet. Met de verkenning van het hoofdnet werd nog vóór Kerst begonnen, maar inzake het eventueel gebruikmaken van de uit komsten van de 'hermeting' door Van Nes van Berg en Bosch was nader overleg gewenst. Het Kadaster wilde een en ander eerst wel eens zien en kunnen beoordelen; niet alleen inhoudelijk en op nauwkeurigheid, maar ook moest het resultaat voldoen aan de voor 'Dieren' aangelegde normen in het algemeen of in die zin kunnen worden aangepast. In verband met de verkenning van het driehoeks- net zou Van Riessen graag eens met Van Nes of een betrokken ambtenaar praten over de uit gevoerde driehoeksmeting in Berg en Bosch.17 Geen probleem, ook niet 0111 desgevraagd de gegevens van de driehoekspunten af te staan, maar B&W behield zich wel het recht voor "0111 te trachten bij het Rijk tegemoetkoming in de gemaakte kosten van het een en ander te verkrijgen".18 Hermeting? graag, maar wel voor rekening van het Rijk! Een wat zuinige instelling, die Van Riessens baas, I-V Boer, najaar 1919 misschien in gedachte had, toen hij met 'duidelijke' voorwaarden voor de uit voering van de hermeting kwam. Omdat kadastrale hermeting van groot belang was voor het totstandkomen van de beoogde gemeentelijke 'standaardkaart' 1:1.000, ging Apeldoorn graag op de gestelde voorwaarden in. In zijn beknopte jaarverslag over 1918 had directeur G. de Zeeuw van Gemeentewerken enthousiast gerept over de voorbereidende werkzaamheden voor die kaart: "het maken 17 Gemeentesecr., inv. nr. 145, dossier 1917/302, Van Riessen 18 Idem, B&W aan Van Riessen, 8/1-1919 Afb. 9. Het torentje van het voormalige huis "Berg en Bosch bij de Soerenseweg, eertijds bewoond door de familie Wils en later sanatorium, was driehoekspunt bij de her meting van Apeldoorn. (coll: CODA/Archiej) B&W, 28/12-1918 101

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2010 | | pagina 11