Van goede komaf Sorg werd in 1774 geboren in een gegoede famlie; zijn vader was de bekende bouw meester A.M. Sorg uit Kampen. Waar hij voor landmeter studeerde weten wij niet, maar wel dat hij geadmitteerd werd tot landmeter in Overijssel op 15 april 1794 en toen in Kampen woonde.5 In het 'Repertorium van Nederlandse kaart - makers 1500-1900' vermeldt Marijke Donker sloot-de Vrij hem ook als tekenaar.6 In de 'Apostillen' van de stad Kampen werd zijn naam genoteerd als degene aan wie op 4 juli 1796 "het kleine burgerrecht" werd verleend. Een dag later werd op verzoek van zijn vader A.M. Sorg aan "Remonstrants zoon Joh. Jac Zorg" een aanvraag om "veniam actatis" (verklaring van meerderjarigheid) gehonoreerd, mogelijk met het oog op een voorgenomen huwelijk.7 Overigens blijkt wel dat, hoewel hier zijn naam in 1796 als Zorg werd ge noteerd, toch onze J.J. Sorg werd bedoeld. Zijn vader, in 1738 geboren in Scheemda, was een bekende stadsbouwmeester van Kampen. Deze was ook lid van de Koninklijke Academie van Wetenschappen; hij overleed in 1825 in Kampen. Dat landmeter Sorg plannen had om in het huwelijk te treden stemt wel overeen met eenzelfde request van 12 september 1797 van zijn toekomstige bruid Frederica Wonneman, "dat haar vader daarin weigerde te consen teren (in een huwelijk). Landmeter Sorg huwde daarna dan ook met Frederica Wonneman, dochter van de muntmeester Nicolaas Wonneman(n) uit Kampen. Soms de spelling en de Duitse naam van de hierna vermelde kleinzoon en het lidmaatschap van de Evangelische Lutherse gemeente wijzen op een Duitse komaf van de schoonfamilie van deze landmeter. J.J. Sorg kwam zoals gezegd uit een gegoede familie en bovendien uit een bovengemiddeld intellectueel milieu. De Zwolsche Courant van 7 maart 1801 vermeldde J.J. Sorg en Comp. te Kampen als firmant van een firma in "Vriesche Schulpkalk", wat ongetwijfeld onze Sorg geweest moet zijn.s Dat hij toch tot de elite van Kampen behoorde laat de vermelding zien dat hij op 24 december 1805 wordt aangenomen tot vrijmetselaar in de Loge "Le profond Silence" te Kampen, en op 26 december 1812 aldaar verheven werd tot meester. Voorts gebeurde dat tot lid en meester van "Fides Mutua" en tot Bouw- en Meubel- meester in 1816/1817 en 2e Opzichter in 1823/1828. Dit waren alle functies in de vrij metselarij in Kampen en Zwolle, bij welke organisatie hij tot aan zijn overlijden in 1827 was aangesloten.9 Op 14 februari 1808 liet hij met zijn vrouw Frederica Wonneman als lid van de Evangelisch-Lutherse gemeente van Deventer in de Hervormde Gemeente van Terheyden hun zoon Lodewijk Rheinhard dopen. Gloerich vermeldde echter dat hij met zijn gezin in 1808 woonachtig was in Deventer. In het doopboek van Terheyden werd genoteerd dat "de vader als landmeter in dienst van het Koningrijk Holland zich was bevindende en na den Hage lande van Breda zich moest begeven ten einde in gemelde qualiteit werkzaam te zijn."10 De tekst spreekt voor zich met de vraag: waren het metingen ten behoeve van de verponding? Het blijkt dat in de verpondings organisatie van Breda in de jaren 1806/1807 ook landmeters een werkzaam aandeel hadden.11 Nadien vinden wij hen in Borculo, waar zij op 10 april 1810 beiden aanwezig zijn bij de doop van hun zoon Frederik Johan, die later als luitenant van het KNIL in 1850 zal overlijden in Pontianak.12 Na de Franse tijd begon de ambtelijke loop baan van vader J.J. Sorg in Zwolle, waar hij op 30 december 1813 werd benoemd tot contro leur der Indirecte Belastingen, waarna hij als 5 Informatie Historisch Centrum Overijssel 6 C.M Donkersloot-de Vrij, Repertorium van Nederlandse kaartmakers 1500 - 1900, Utrecht 2003, p. 186 7 De Apostillen der Stad Campen en haar Jurisdictie, nummers 114, 115 en 408 8 Zwolsche Courant, 7 maart 1801 9 Informatie Historisch Centrum Overijssel 10 Nederduits-Gereformeerd Doopboek van Terheyden 11 J.G.M. Sanders (red.), Noord-Brabant in de Bataafs-Franse Tijd 1794 -1814, Hilversum 2002 12 Doopboek en Lidmatenboek van de Hervormde Gemeente van Borculo 115

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2010 | | pagina 25