Varia: Tienstra bijna bij RVS in 1931? gemiddelde kennis moest bezitten 0111 aan ster observaties of uitvoerige triangulaties mee te werken. Elf bladzijden vol indrukwekkend uitziende feiten, waarin wereldwijde triangulatie (wat is dat toch?) en hoogste wetenschappelijk niveau de boventoon voeren. Met Wigo van Gent ben ik benieuwd naar een verhaal dat vertelt wat die door de Nederlandse officieren toegepaste wiskunde omvatte. Tot slot nog een detail. Als ik bedenk hoeveel moeite het in de twintgste eeuw heeft gekost om wereldwijd via internationale organisaties tot standaardisering te komen van o.a. zeekaarten en de aanpassing van kaartnetten, dan zou ik graag willen weten wat in 1815 de internatio naal geldende criteria voor triangulatie waren, waarmee het Loodswezen in de pas liep.' Jan Kreffer Wat heeft Jeroen Mohrmann hierop te vertellen? Wigo van Gent Als repliek op bovenstaande (vooringeziene) reactie: als Van Gent zijn huiswerk gemaakt had, had hij 0.111. in NGT 1972-4, p. 70 kunnen lezen dat Jacob de Gelder jarenlang als wis kundige voor Krayenhoff gewerkt heeft. Met het trigonometrische rekenwerk van Krayenhoff/De Gelder als basis hebben de Nederlandse hydrografen A.A. Buyskes en J.C. Rijk onze kust in kaart gebracht, koppelde de Deense hydrograaf Zahrtmann zijn metingen in het noorden, koppelden de Pruisische geo deten Tranchot en Van Muffling in het oosten en koppelde de Franse astronoom Pemy de Villeneuve ons driehoeksnet met de zuid- Europese metingen van Delambre en Mechain. Voor het leven en werk van De Gelder, in relatie tot Krayenhoff, zie: G.J. Verdam, Het leven van den hoogleraar Jacob de Gelder, in Algemeene Konst en Letterbode 1848) en A. J. van der Aa, Biografisch woordenboek der Nederlanden (1852). Jeroen Mohrmann EEN NIEUWE LANDMEETKUNDIGE DIENST. Naar wij vernemen ez] bèoncnlrert bij dm Rijkswaterstaat een aparte landmeetkundige dtenat worden ingesteld, welke omnkkteHijk sat aanvangen niet de optnetmgen van bet AmsterdamRijnkanaal In verband met de vtte groote wwfcett en de gebrekkige wijze waarop de kadastrale dienst aan de aan vrager» van den waterstaat lean vókdoen zoowel door tekort aan personeel als anders zins, za! de nieuwe dienst permanent wor den. De beer J. N. Twostaa, landmeter vao het kadaster te Amsterdam, zal worden benoemd tot adjuiKl-ho:fdingenieu:r van den Rijt» waterstaa4 en als hoofd van den dienst op treden, terwijl bet personeel van bet parti cutter landmeetkundig bureau van prof. Sdtermnhom te De Ut eveneens ki wa+er- staatsdienot zal overgaan. De nieuwe dienst zal worden gevestigd te Delft Afb. 1. Fragment Alkmaarsche Courant van 1 april 1931 Op 16 oktober 1931 werd kadasterman J.G. Fortuin adjunct-hoofdingenieur van de Rijks waterstaat en kreeg hij de leiding over de onder de Algemeene Dienst ressorterende nieuwe Meetkundige Dienst. Dat werd bij jubilea geschreven door Schennerhorn in 1956 en door Waalewijn in 1981. Nu digitale kranten en tijdschriften leren meer. Ken L van 1932, p. 168 meldde in een jaarverslag dat de afdeling Amsterdam in 1931 twee bestuurs leden moest missen: J.M. Tienstra werd lector in Wageningen en J.G. Fortuin ging dus naar de Rijkswaterstaat. De Alkmaarsche Courant van 1 april 1931 meldde echter dat de heer J.N. (m.z. M.) Tienstra, landmeter van het Kadaster te Amsterdam, zou worden benoemd tot adjunct-hoofdingenieur bij de nieuwe land meetkundige dienst van Rijkswaterstaat. Adri den Boer 127

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2010 | | pagina 37