Afb. 2a en b. Blad uit register met Kadaster-landmeters
/k-, J
Familie
Bij verschillende namen komen we de opmer
king tegen dat het een zoon of ander familielid
betreft van een andere landmeter. Bekend is de
naatn Machen: L.C. van 1791, K.E. van 1794
en A.U. van 1804 werkten allen bij het Kadas
ter. In het midden van de 19e eeuw komen we
een landmeter, P.G. van den Bosch, tegen met
opvallend weinig gegevens. Wel wordt vermeld
dat het een zoon van Ingenieur-Verificateur
Petrus van den Bosch (1781is. Het Kadaster
heeft van deze zoon weinig plezier gehad. Ik
ben even in het correspondentie-archief van het
Kadaster te Groningen gedoken uit de periode
1857-1863 en daarin vinden we - kort samen
gevat - het volgende relaas.
Omtrent het gedrag van landmeter Van den
Bosch wordt meegedeeld:
a. Dat hij op kantoor zijn werk doet;
b. Dat hij om 4 uur het kantoor verlaat om jene
ver te gaan drinken;
c. Dat hij om 5 uur gaat eten;
d. Dat hij daarna gaat slapen;
e. Dat hij vervolgens een logement aan de
Heerestraat bezoekt;
f. Dat hij doorgaans 0111 half 12 thuis komt;
g. Dat hij op straat gevallen zou zijn, doch dat
algemeen aangenomen wordt dat hij niet
gevallen is;
h. Dat hij zich bezeerd heeft op een locatie
waarvan het een raadsel is hoe hij daar
kwant; hij is door een vigilante thuisge
bracht;
i. Dat de geruchten voor waarheid gehouden
moeten worden "dat hij besmet is door eene
ziekte waarover ieder afschuw moet gevoe
len
j. Dat verdere gegevens mogelijk door landme
ter Barenbroek kunnen worden gegeven "als
verkeerende meer in het publiek"', later ver
klaart een chirurgijn dat Van den Bosch wél
op straat is gevallen (augustus 1860).
Op 22 oktober 1860 hervat Van den Bosch zijn
werk. Later schrijft de bewaarder dat hij door
treurige huiselijke omstandigheden niet in staat
is geweest het gedrag van landmeter Van den
Bosch buiten kantoortijd te volgen. Zeker is
dat Van den Bosch pijn heeft, door doofheid
tevens is bezocht en sedert 14 dagen niet op
kantoor is geweest. Zijn overplaatsing is wen
selijk! Later wordt gerapporteerd: landmeter
Van den Bosch is nog steeds ziek en laat niets
van zich horen. Aangedrongen wordt op een
spoedige voorziening. Bij resolutie van 11
februari 1861 wordt landmeter Van den Bosch
ontslagen. Daarna komt een brief van hem: ex-
landmeter Van den Bosch beschuldigt de
bewaarder dat hij onwaarheden over hem heeft
geschreven. Verder zegt hij nooit rechterlijk te
zijn veroordeeld, nooit met de politie in aanra
king te zijn geweest, oude schulden te hebben
afbetaald, ziek te zijn geweest en dat hij tijdens
het werk nooit jenever dronk. De bewaarder
weipt alle beschuldigingen verre van zich. De
ïoir
NAKEN EN VOORNAMEN
PEE AMBTENAREN.
PXAATS DATUM
VAN GHBOOBTE
TALEN.
ar toLiuaii
vig
Z
iat[ V,CnlfUmM
u*
ï.sf. SA»
Wr,*''
Ml ■■»wu.
KWALITEIT.
1MB* IK HMIVPI III
VnOEQEBE
BETBJ1K KINHEN.
AASMERXimSN.
.3-
f
A
A mCa Ev—UA'
unajt—
f!
tt-1- ajt
Mi «^,1
/jt^u/Ai Sfte
t
imrjdni IA*
w r
i-»*,■ Uil.*-,J
C *J <f l> Ai tfn -=.*•!
>-/. tf9i
tfi JA.
137