te deelen of deze opgaaf op eenigerlei wijze
verband houdt met de uitzending van over
heidspersoneel naar Duitschland of in het
algemeen met de tewerkstelling van dit perso
neel voor militaire doeleinden van de bezet
tende macht: zulks ter beoordeeling van mij-
zelve of de verstrekking van de gevraagde
opgave in strijd is met den door mij afgelegden
ambtseed. Het antwoord was duidelijk: bij niet
verstrekking volgt ontslag en deportatie. Zijn
chef steunde hem pas na 5 mei 1945. Ik denk
dat die steun pijnlijker voor hem was dan de
dreiging met deportatie.
Koninklijk onderscheiden
Verschillende landmeters werden koninklijk
onderscheiden. Vijf landmeters werden ridder in
de Orde van de Nederlandse Leeuw; 44 werden
ridder in de Orde van Oranje-Nassau en 69 wer
den officier in de Orde van Oranje-Nassau. Bij
één landmeter uit de laatste categorie staat:
wegens zijn aandeel in de H.T.W. van 1956. Eén
landmeter werd ridder in de Orde van Oranje-
Nassau met de zwaarden en één kreeg een bui
tenlandse onderscheiding. Vier landmeters wer
den tweemaal onderscheiden; zij werden officier
in de Orde van Oranje-Nassau én ridder in de
Orde van de Nederlandse Leeuw. Twee landme
ters werden zowel officier als ridder in de Orde
van Oranje-Nassau. Niet uit het register blijkt
dat ten minste één landmeter (uit Rotterdam)
een koninklijke onderscheiding weigerde.
Moeilijkheden
Uit de aanmerkingen blijkt dat niet alles altijd
koek en ei was. Bij negen landmeters staat ver
meld: "financiële moeilijkheden bij twee:
"klachten", bi] één: "geschorst", bij drie: "ont
slag wegens zielsziekte bij drie: "niet een'ol
ontslagen"', bij twee: "moeilijkheden"', bij drie:
"ontslag, zuivering na W.O. II. "Andere aanmer
kingen waar je niet vrolijk van wordt zijn:
11 of 2 Juli 1868 onder den spoortrein geraakt
2. Schulden, niet eervol ontslagen
3. Blind geworden
4. Voortdurend financiële moeilijkheden; fail
lissement in 1899
5. Moeilijkheden met superieuren! Schulden.
Sinds 1888 naar Argentinië
6. Strafvonnis!
7. Drinkt!
8. Wangedrag
9. Verdwenen!
10. Plotseling op kantoor overleden (Alkmaar,
3-4-1902: P.W. Drenth, geboren 27-1-1859)
11. Overleden op 26-3-1957 door auto-ongeval
A. van der Deure)3
12. Ontslag (ongeschikt)
Andere moeilijkheden blijken uit oude corres
pondentie in het Kadastermuseum. Drie voor
beelden:
1Landmeter K. Doekes (geboren te Heemse in
1898; hij werkte bij het Kadaster van 1920
tot 1965) te Goes weigert prisma, merk Bau-
emfeind, en meetband, merk Ahrend, te aan
vaarden, omdat deze niet van zijn favoriete
merk zijn. Zijn chef vindt de weigering over
dreven. De Minister verplicht de landmeter
tot aanvaarding, onder uitspreking van zijn
ernstig misnoegen. De chef verdedigt de
landmeter: slechts liefde voor zijn vak dreef
hem. De Minister schrijft dat hij de goede
bedoelingen van de landmeter erkent.
2. De Minister geeft eind 19e eeuw een terecht
wijzing aan landmeter Rasker (1850-1913).
Die berust daar niet in. Ook de bewaarder
vindt de terechtwijzing niet terecht. Hij
werkt in hetzelfde locaal als Rasker en vindt
hem nauwkeurig werken, hoewel hij geen
schoonschrijver is. De bewaarder heeft
daarom kritiek op het rapport van de Inge
nieur-Verificateur dat over Rasker aan de
Minister is gezonden. De Minister betuigt
later zijn tevredenheid aan Rasker.
3. Kadaster Zutphen, omstreeks 1920: Grote
problemen over een extra ingang in het kan
toor voor de landmeters, die een clandestiene
sleutel laten maken. De Minister staat het
gebruik van de extra ingang toe. Dan breekt
een heftig conflict uit tussen de bewaarder en
de landmeters J.G. Pompe (1852-1937) en
M. de Vroome (1881; ontslag per 1-8-1938)
over vermeend brandstofgebruik door de
bewaarder voor privé-doeleinden. De
bewaarder zegt door de landmeters geslagen
te zijn. Het conflict sleept zich eindeloos
voort.
3 Zijn biografie als NCRV-voorzitter en advocaat staat op www.inghist.nl.
140