dragen aan commandanten en gecoördineerd met de buitenlandse hydrografische diensten.11 De CZMNI was onder de Minister van Marine in Nederland geplaatst en daarmee moest hij zich ook houden aan de aanbeve lingen van de Lengtegraadcommissie, die eveneens in opdracht van de Minister van Marine werkte. Tabel 3: Nederlandse chronometerreizen rond Borneo Naam hydrograaf */f cdt Zr.Ms. Hvd. Publicaties 1 A.C. Edeling 1789-1840 Triton Rede van Sambas 1838 2 E.G. van der Plaat 1792-1874 Meermin 1839 en Nehalennia Straat Riouw 1840, Sambas 1843 3 J.F.D. Bouricius 1799-1859 Meermin Riouw 1841-1843 4 A.D. Voigt 1797-1841 Meermin en Postillon Borneo, Voigts klip 1839-1841 5 J. Schroder 1800-1885 1839-1842 Postillon Natuna eilanden, Straat Banka 1837-1842 6 W.H. Dittlof Tjassens 1805-1865 Nehalennia Kaart Singapore en Riouw 1843 7 J.P.L. Groeneijk 1813-1849 Adb Panter Ned Borneo 1840-1843 8 P. Melvill van Cambee 1816-1856 Adb Boreas Fort Kroonprins 1837 9 M.H. Jansen 1817-1893 Adb Boreas en Phoenix Soerabaja 1843-1847, Bintang 1844 10 J. Vos 1817-1884 Adb Rotterdam Zichtbaarste punten Riouw Archipel 1843 11 C.W.M. van de Velde 1818-1898 Adb Triton Tijdbal Batavia 1839 Singapore Linga 1840 Toelichting tabel 3: De keuze van deze elf reizen is niet uitputtend, wel representatief. Voor de West-Indische triangulatie: zie een vergelijkbare tabel in DHC (2006-4), p. 125. Kolom 1: Deze Nederlandse hydrografen staan in volgorde van hun rang. Kolom 2: Marineofficieren waren in overeenstemming met de Zeeorders, gebaseerd op de instructies van het Bureau des Longitudes, en hun studieboeken aan het meten en rekenen. Voor de locale, Indische coördinatie bestond in de Oost vanaf 1821 De commissie voor de verbetering der Indische zeekaarten. De voorzitter van deze commissie was de Commandant Zeemacht Oost-Indië en de secretaris was een hydrograaf, aangegeven met tevens adjudant van de Commandant Zeemacht. In 1841 werd Van de Velde (regel 11) afgelost door Melvill als adjudant van de Commandant Zeemacht. In de periode 1850-1851 zou Melvill, tijdens zijn derde term in de Oost, nogmaals secretaris van deze commissie worden. Gelijktijdig werd toen Van der Plaat (regel 2) Commandant Zeemacht Nederlands-Indië. Kolom 3: cdt commandant, jaar van geboorte en f jaar van overlijden Kolom 4: Adb Adelborst der eerste klasse of Luitenant-ter-zee der tweede klasse aan boord. Tijdens Mel- vill's (regel 8) eerste term naar de Oost was hij adelborst aan boord van de Boreas. Na Voigt (regel 4) werd Schroder (regel 5 en tabel 2 regel 8) commandant van het stationschip Zr.Ms. Postillon. Eind 1842 kwam Schroder, na een termijn in de Oost van 414 jaar, weer terug in Nederland12 (zie afb. 9). Kolom 5: De Franse versie van de Singapore-Riouw kaart van Dittlof Tjassens (regel 6) was: Cartes de détroits de Singapore, Durian et Rhio, et des parages environnants, dressée d'apres les traveaux des officiers de la Marine Royale de Hoüande. 1845) 11 De jaarverslagen, geredigeerd door de secretaris van de Commissie voor de verbetering der Indische zeekaarten, werden gepu bliceerd vanaf 1833. Tevens werd hierin een overzicht gegeven van welke kaarten beschikbaar waren en verplicht gebruikt moesten worden om op te navigeren aan boord van Marineschepen. Koopvaardij-kapiteins konden deze kaarten bij de Marine- kaartendepöts kopen. 12 In DHC (2010-2), p. 54-55 worden twee Schröders samengevoegd tot J.F.L. Schroder. Bij de Koninklijke Marine was toen een hoogleraar/wiskundige J.F.L. Schroder (1774-1845) en een marineofficier/hydrograaf J. Schroder (1800-1885), zie tabel 3 regel 5, in dienst. Er bestond dus géén J.F.L. Schroder die op ruim 60-jarige leeftijd in de Oost met het bevel van een oorlogsschip en het uitvoeren van hydrografische werkzaamheden was belast. I49

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2010 | | pagina 23