Voor de lezer eerst even een opfrissen Het gaat
om een topografische compilatiekaart [93°-
141° O.L.; 10° N.B.-21°30' Z.B.; vervaardigd
in de jaren 1827-1837; gepubliceerd in 1841-
1843; gravure; 160x240 cm; in 8 bladen een
verzamelingsblad] Daarop heeft Von Derfelden
ten dienste van het Indische bestuur zo nauw
gezet mogelijk de in 1837 actuele grenzen van
de residenties, regentschappen, rijkjes, etc.
aangegeven.4 Tevens was de kaart bedoeld om
de inwoners van het moederland en die van de
volksplanting in de Oost een beeld te geven
van de Oosterse bezittingendie tussen 1820
en 1835 in een hoog tempo werden uitgebreid.
De kaart ontstond buiten de daarvoor destijds
gebruikelijke militaire en maritieme organisa
tiestructuren om, ook al was ze wel gebaseerd
op hydrografische en geo-/topografische opne
mingen die voornamelijk binnen die structuren
werden uitgevoerd. Zeer belangrijke spelers op
de achtergrond waren voormalige Indische top
bestuurders en een hoge ambtenaar uit de jaren
1816-1827, die wisten waar ze over praatten,
en die een bestuurlijk totaalbeeld van de archi
pel hoogst wenselijk achtten. De inspirator was
oud-Gouverneur-Generaal G.A.G.Ph. van der
Capellen, die in 1821 het besluit uitvaardigde
tot instelling van de 'Commissie tot verbete
ring der Indische Zeekaarten' en die in 1823
het 'Depot der Zeekaarten' oprichtte. In 1826
keerde hij naar patria terug, en nam zo niet alle
dan toch buitengewoon veel eiland- en andere
detailkaarten die hem in zijn ambtsperiode q.q.
waren aangeboden, mee, die hij in bruikleen
aanbood aan Von Derfelden.
In de jaren 1825-1829 was C. Th. Elout, die
gedurende de jaren 1816-1819 met Van der
Capellen deel had uitgemaakt van het trium
viraat aan het hoofd van de Indische regering,
minister van Koloniën. Tenslotte was er J.Cli.
Baud. In de jaren 1816-1821 onderhield hij te
Batavia, eerst als gouvernements-secretaris en
later als algemeen secretaris van de 'Hooge
Regeering', goede contacten met Van der
Capellen. Vanaf 1827 zorgde hij als Directeur
voor Zaken der Koloniën, en later als Gouver
neur-Generaal a.i. ervoor dat al het nieuwe
kaartmateriaal dat uit Oost-Indië kwam, aan
Von Derfelden werd toegezonden. Vanaf 1837
adviseerde hij als staatsraad de Minister en de
Koning met betrekking tot de kaart.
Officieel was het initiatief tot de vervaardiging
van de kaart in 1828 van Von Derfelden zelf
uitgegaan met het zenden van adressen: een
aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken, en
een aan dat van Koloniën. Ook had hij ver
klaard de uitgave van de kaart voor eigen reke
ning te willen laten plaatsvinden. Maar omdat
het project steeds groter vormen aannam, viel
LE EDI DES rA.YS-JBA.S, PEISCE D'OBANGE-
HASSAlf, CRAND-DUC DE LUXEMBOURG,
DUG DE LIMBOUKG, ETC., ETC., ETC.
SIRE,
Uaccucii gradeiLX do/it Votre Majesté a bleu voula hono-
rcr la carte générale ties possession# jtfétrlandaises en Orient
est unc bien douce récatnpcitsc tie mes efforts pour améliorer
létat des conjtaissances géographiques ties régïons lointaines
et étendues qui fleurissent sous le sceptre patemei de Votre
Majesté.
Afb.l. De eerste van de twee pagina 's die de
"Dédicace [de opdracht aan de koning]
bevatten in deMémoire analytique..., het boek
bij de 'Algemeene Kaart.Daarin heeft Von
Derfelden verantwoording afgelegd o.a. voor
de keuze van zijn bronmateriaal. De vertaling
van de tekst luidt: "Sire, De welwillende aan
vaarding waarmee Uwe Majesteit de algemene
kaart van de Nederlandse Oosterse bezittingen
heeft willen vereren, is een aangename belo
ning voor de inspanningen om de stand van de
geografische kennis te verbeteren van de verre
en uitgestrekte gebieden die opbloeien onder-
de vaderlijke scepter van Uwe Majesteit."
4 Zie b.v. voor Von Derfeldens pogingen om de administratieve indeling van Java zo waarheidsgetrouw mogelijk weer te geven de
briefwisseling in 1830 tussen J. Ch. Baud en Gouverneur-Generaal Van den Bosch: Broeders 2007, p. 130.
13