het Groningse hadden doorgetrokken. Dat was mogelijk ook wat noordelijk het geval met de grens tussen Drachten en Opende. Het was dus niet onlogisch dat landmeter Tideman opdracht kreeg om een kaart te vervaardigen. Arnoldus Tideman komt op bladzijde 9 voor in deel II van het repertorium van Teeling. Hierin is te vinden dat hij in de jaren 1706-1716 tal van metingen uitvoerde in de Ommelanden van Groningen. Geschillen over begrenzingen van venen waarbij landmeters hun werk deden en ook palen sloegen waren niet ongewoon. Zo werd in een geschil over de grens tussen de venen van Niebert (Gr) en het vrouwenklooster van Siegerswoude (Fr) in 1549 verklaard namens ene zalige broeder Sypke dat hij "een witte pael heft gesteken int veen upte noerdt zijdt"T Dat was dus ook een lokaal grensge schil tussen Friesland en Groningen waarbij het slaan van een grenspaal een rol speelde. In 1564 werd naar aanleiding van grensproblemen in de Bergumervenen een proces-verbaal opge maakt van door onbekende landmeters met de Koningsroede uitgevoerde metingen. Want men groef in malcander feenen"Verklaard werd dat palen worden geslagen zodat in toeco- mende tijden gelijcke questie nyet meer sal moghen wijsen"? Nadat landmeter Tideman de onderhavige grens tussen Friesland en Gronin gen had uitgezet en daarna daar met andere palen de oorspronkelijke Puntpaal had geplaatst zal ook hier een dergelijke grens kwestie naderhand wel niet meer het geval zijn geweest. Dit uitzetten werd bevestigd door het sluiten van een convenant door de besturen van Friesland en Groningen op 7 juli 1724 in de herberg van het nabij gelegen Friese Palen. De palen en hun eventuele opvolgers zullen bij de oprichting van het Kadaster in de Processen- Verbaal van Grensbepaling zijn beschreven. Genoemde Puntpaal nummer 13 is met de ove rige 24 grenspalen in 1874 vervangen door de huidige gietijzeren palen en deze geven tussen Friesland en Groningen nog steeds de vroeger overschreden grens aan (afb. 2). Ook op een andere wijze kon een grens nog zichtbaar wor den gemaakt, want aan beide zijden van de grens werd later tussen Surhuisterveen en Afb. 2. De gietijzeren Puntpaal van 1874 (foto Henk Holsbrink) Friese Palen een weg aangelegd. Deze wegen met de namen "Skieding" en "Scheiding" geven nog altijd aan dat deze wegen tevens de ligging van de provinciegrens aangaven. Tenslotte: de Puntpaal was voor ondergete kende, Jan Loman en vele anderen een bekend punt omdat deze het meest noordelijke grens- punt was van de ruilverkaveling Koningsdiep 11.000 ha), waarin zij vele jaren hun dagelijks brood verdienden met het uitvoeren van land meetkundige werkzaamheden. Zodoende zal de Puntpaal rond 1965 ook wel opgemeten zijn in het kader van de vervaardiging van de Werk plans II als punt van de blok-, gemeente- en provinciegrens. Henk Holsbrink 1 S.J. van der Molen, Opsterlan Skiednis fan in Waldgritenij, Drukkerij Laverman N.V. Drachten 1958 2 J.H. Holsbrink, It Burgumerfean, Bydragen ta Pleatslike Skiednis lil, Fryske Akademy Ljouwert 1990 29

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2011 | | pagina 31