zijn Fundamenta Astronomia (1757)
beschreef hij 398 sterposities. In 1754
beschreef de La Caille zijn draagbaar astro
nomisch kwadrant (zie afb. 4), dat hij in de
periode 1743-1754, onder meer bij zijn
metingen op het Zuidelijke halfrond,
gebruikte.8
11. R.G. Boscovich (1711-1787) maakte, voor
de Portugese Koning, survey's in Brazilië
en koppelde deze met Rome (basislijn Via
Appia) en Rimini. Hij construeerde in 1755
de eerste trigonometrische kaart van de
Kerkelijke staten. In de periode 1774-1783
was hij Directeur de l'optique de la marine.
gaven wereldwijd de wetenschappelijke
toon aan voor wat het bepalen der fysiche
eigenschappen van hemellichamen betreft.
Een onderdeel hiervan was de sferische tri
angulatie, al in 1737 op de maan toegepast,
waarmee het mogelijk werd eenduidig
iedere toen bekende krater en berg te
benoemen en te beschrijven (afb. 5).10 Met
een planetarium/hemelglobe werd de ruim
telijke ordening van het heelal inzichtelijk
gemaakt. Zo'n planetarium was een geo
centrisch, dynamisch schaalmodel gecon
strueerd op basis van de berekende fysische
eigenschappen van hemellichamen (afb.2).11
De cumulatief opgebouwde kennis van eeu
wen astronomie was in zo'n planetarium
verwerkt.
2. Met chronometerreizen werden lokale drie-
hoeksnetten tot een wereldwijd net gekop
peld: In het midden van de 18de eeuw wer
den schijnbaar autonome triangulatiemetin
gen uitgevoerd in Denemarken, Frankrijk
Vijf voorwaarden die, in combinatie met elkaar,
de wereldwijde triangulatie mogelijk maakten
Over Nederlandse astronomie en wiskunde in
relatie tot de zeevaartkunde is door Ernst
Crone een studie over Cornelis Douwes 1712-
1773 geschreven (1941), die in dit kader rele
vant is. Dit boek is onder meer terug te vinden
in de zeemansbibliografie: The Crone Library.
Daarnaast is door Louis Sloos recentelijk een
uitgebreide bibliografie samengesteld met
onder andere de vóór 1801 uitgegeven astrono
mie- en wiskundeboeken, aanwezig in biblio
theken van het Ministerie van Defensie. Zowel
door Peters met zijn Crone Library als door
Sloos zijn vele, voor aankomend officieren
verplichte, studieboeken beschreven.9
In tabel 2 zijn de merendeels door Peters en
Sloos al genoemde hoofdrolspelers in volgorde
van hun geboortejaar geplaatst en voorzien van
him vakpublicaties in relatie tot de sferische
triangulatie. Alvorens deze hoofdrolspelers
nader te beschrijven eerst een korte uitleg van
de vijf hier bedoelde voorwaarden:
1Ruimtelijk denken en rekenen: De 18de
eeuwse Franse astronomen en wiskundigen
Afb. 5. Maankaart met alle toen bekende ber
gen en kraters, voorzien van namen, berghoog
tes en een eenduidige geografische positie.
Bron: Connaissance des Temps (1739)
9 Louis Ph. Sloos, Warfare and the age of printing, catalogue of early printed books from before 1801 in Dutch military collecti
ons (2008). Sloos is vooral op de Landmacht (geodeten/landmeters) geörienteerd, terwijl Hubert J.M.W. Peters, The Crone
library, (1989) meer over maritieme astronomie en het lengtegraadprobleem gaat. Sloos en Peters vullen elkaar aan.
10 Steven A. Wepster, Between theory and observations. Tobias Mayer's explorations of lunar motion 1751-1755 (2009). De
maanafstandenkwestie, van direct belang voor zeevarenden, wordt hierin minutieus uiteengerafeld. Mayer's maantafelsystema-
tiek is ook terug te vinden bij de Fransen, met name Cassini I (noot 7) met zijn eerste maankaart in 1679, Clairaut (tabel 3 regel
4) en de La Caille (tabel 1 no 10 en tabel 3 regel 5) waren ook volop aan het rekenen om de fysische eigenschappen van de
maan te bepalen: Clairaut publiceerde: De I' orbite de la lune dans la système de M. Newton, (1746). In Nederlandstalige stu
dieboeken zijn de maantafels te vinden in tabel 2 regel 9, 10, 11, 14 en 16.
11 Het planetarium van Eise Eisinga (1744-1828) werd in de periode 1774-1781 door hem vervaardigd. Daarvoor hadden verschil
lende anderen al een, minder verfijnd, geocentrisch dynamisch planetarium geconstrueerd (afb. 2).
CONNOIS5ANCE
DES
TEMPS
POUR L'ANKEE
AU Mr-RtDlEN DE PARIS.
r f ut t
Fu fudn it f Ai#irta RfrjU» J.i
44