Schokland, zomer 1941. Een verhaal bij de foto's Wonend in Lemmer had aankomend journalist Pieter Terpstra het zien gebeuren: de bouw van het gemaal, annex sluis ter plaatse, voor de beheersing van het water in de toekomstige Noordoostelijke Polder. En op 13 december 1940 was hij - nog net geen 21 jaar - erbij toen, ten zuidwesten van Schokland, de laatste open ing in de ringrijk werd gesloten1, een handeling waarbij Urk - al sinds oktober 1939 door de Wester- en Noordermeerdijken met Friesland verbonden - via de Zuider- en Zwartemeerdijk ook vaste verbinding kreeg met Overijssel. Begin januari 1941 werd het gemaal bij Lem mer ('Buma') in werking gesteld, vanaf eind april gesteund door 'Smeenge' bij Vollenhove; 'Vissering', bij Urk, kwam te laat in bedrijf om nog aan het 'afmalen' bij te dragen. Zou Urk na de drooglegging over zee bereikbaar blijven. Schokland zou, rondom op het droge, in de toekomst slechts over land kunnen worden bezocht; anders dan voor Urk, waren er op Schokland in de toekomst dus geen aanleggen de en vertrekkende schepen. Maar op 13 de cember 1940, direct na de sluitingsceremonie, kon opzichter S. Bakker van de Dienst der Zuiderzeewerken Pieter Terpstra over water nog een 'lift' naar Schokland aanbieden. Toen in het vroege voorjaar 1941 het water zich al zienderogen terugtrok kon Terpstra de aandrang niet weerstaan het eiland nog een keer over water te bezoeken en liet hij zich vanuit Blokzijl, via het nieuwe Vollenhover- kanaal, per motorvlet overzetten; nog op tijd om ter plaatse afscheid te nemen van de hem bekende eilanders die kort daarna zouden moeten vertrekken; zoals van Jan Spit, eerste havenmeester en lichtwachter op Emmeloord (afb. 1en van diens vrouw Jentje van Ben- them, die aan huis bij de haven ten gerieve van aanleggende schippers een nering dreef in proviand en andere dagelijkse benodigdheden. Afb. 1. De haven op de noordpunt van Schokland vóór de drooglegging. Middenlinks de (2011) nog bestaande lichtwachterswoning. Bron: www.schokkervereniging.nl/fotoarchief Spit behoorde tot de opvolgers van het handjevol rijksambtenaren dat op Schokland achterbleef toen de overige bewoners het eiland in 1859 om veiligheids-redenen moesten verlaten. Begin april 1941 - nog vóór Pasen - zouden de Spits verhuizen naar Vollenhove, waar Jan sluiswachter werd bij gemaal 'Smeenge', tegenover De Voorst2. Op 17 april, kort na Spit, verliet kantonnier Jan Schuurman van de Middelbuurt (Ens) met zijn gezin als laatste het eiland; daags voordat het gemaal bij de Voorst zou bijspringen en de vaardiepte versneld zou afnemen. Met de Rijksdriehoeksmeting naar Schokland Zomer 1941, per vlet toch nóg een keer op bezoek naar Schokland, kon Terpstra niet meer afmeren in de haven: "De vlet kon de kust niet meer bereiken en we moesten gelaarsd door het lage water de laatste meters die ons van Schokland scheidden afleggen. De haven van Emmeloord was leeggeloopen." Een relaas dat strookt met een herinnering die de 97-jarige professor ir. G.J. Bruins opriep toen hij in december 2006 vanwege Stichting De Hollandse Cirkel als 'Meester van weleer' werd geïnterviewd3: "Met de boot naar Schokland profdr.ir. Leen Aardoom 1 Pieter Terpstra, "Verloren land. Een herinneringswerk aan Schokland", Kampen 2004. Bewerking door Bruno Klappe van Terpstra's manuscript, Lemmer 1943-'44 2 D. Landsman, Schokland eens een eiland, IVN afd. Noordoostpolder en omstreken, z.j. 3 Herman Quee en Joost Marissen, geautoriseerd verslag van interview 6-12-2006 75

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2011 | | pagina 13