gegaan, daarna met laarzen aan door het drijfzand." Ook dat speelde in de zomer van 1941, het jaar waarin Bruins, kadasterland meter bij de Bijhoudingsdienst der Rijksdrie hoeksmeting (RD), voor liet eerst de leiding had over twee afgeslankte meetploegen4. Die zomer klaar met het herstel van de schade die het RD-net bij de gevechtshandelingen in mei 1940 op Walcheren had opgelopen, werden beide ploegen rond de droogvallende Noord oostpolder ingezet bij de voorbereiding van het RD-net op de eisen die de infrastructurele inrichting (wegen en waterlopen) en kadas trering van het nieuwe land landmeetkundig zouden gaan stellen. Bruins' enige en oudere collega A.J.H. Meertens - later, na professor J.M. Tienstra, hoofd van de Bijhoudingsdienst - werkte zomer 1941 in het grensgebied van Utrecht en de Veluwe. Al eerder, in 1934, had Meertens nieuwe punten bepaald langs de rand van de geplande Noordoostelijke polder: stoomgemaal "Wouda" te Tacozijl, de water toren van Kuinre en gemaal "Stroink" aan de Ettelandsekolk bij Vollenhove. Maar nu, in 1941ging het erom het RD-net uit te breiden tot in en over het nieuwe land. Afb. 2. "Op weg naar Schokland (noordpunt bij haven en havenhuis). Zelfde dag op huis een pijler gebouwd en snelliuspunt gemeten." Midden landmeter G.J. Bruins met Wanschaff- kijkerkistjelinks naast hem medewerker (tekenaar D.K. Bloemendaal of rekenaar F.W. Pieters?) met statieven. Bron: Bedrijfsmuseum Kadaster, inv. nr. 4072 Bruins, verder in december 2006: '"s-Morgens heeft de metselaar een pijler op de schoorsteen van een huis gezet en dat laten drogen en daarop is de Wanschaff 21 gezet. Er is toen gemeten naar punten die van te voren waren opgesteld op de dijken. Steenwijk, Kampen en Urk als primaire punten Dat was de uitbreiding van het Rijksdriehoekssysteem in de Noordoostpolder. En een goede bepaling van Kraggenburg".5 Een spannend verhaal over een, naar binnenlandse maatstaven, bijzondere geodetische onderneming; maar er is ook beeldmateriaal. Had deel 1 van de Inventaris Bedrijfsmuseum Kadaster (2009) bij de paragraaf "Rijksdriehoeksmeting" al een plaatje van het bouwen van een steiger bij de schoorsteen van het havenhuis op Schokland, Frans Jansen6 had twee dergelijke plaatjes ter illustratie van zijn gedenkschrift 125 jaar Rijksdriehoeksmeting. Deel 4 van de Inventaris Bedrijfsmuseum Kadaster (2011heeft er bij "Beeldmateriaal" méér, direct raadpleegbaar via de bijgevoegde cd "Historische foto's van het Kadaster" (afb. 2). Ze zijn bewaard gebleven en geplakt in een fotoalbum met bijschriften als Op weg naar Schokland (Noordpunt bij haven en havenhuis). Zelfde dag op huis een pijler gebouwd en Snelliuspunt gemeten op deze pijler Eerst per boot van Vollenhove uit, totdat de boot vastliep en verder over drooggevallen bodem naar Noordpunt zomer 1941"; voorts: "Woning havenmeester, noordpunt van Schokland, zomer 1941Onbewoond, behalve door ratten. We bepaalden hier een vast punt 1941ten behoeve van de opmeting van de N.O. Polder. Toen slechts bereikbaar per motorboot uit Vollenhove 3 km wandelen over oude zeebodem". Alles in grote lijnen als in december 2006 opgetekend uit de mond van professor Bruins; geen wonder, want de bijschriften in het album zijn ontleend aan door Bruins eigenhandig op de achterzijde van de foto's geschreven verklarende teksten. 4 Rijkscommissie voor Geodesie, jaarverslag 1941 5 Het hoog en droog gelegen voormalige lichtwachtershuis aan het einde van het Zwolse Diep; eertijds kilometers ver uit de kust, sedert december 1940 binnendijks 6 Frans Jansen, "Driehoeksmeting bij het Kadaster n.a.v. 125 jaar Rijksdriehoeksmeting", De Hollandse Cirkel (DHC) 12/1 (maart 2010), p. 2-11 en Geo-info 7 (2010), nr. 4, p. 4-10 76

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2011 | | pagina 14