fasé/ de inmeting van vastlegging 1, de grote bronzen bout in de "Z[uidelijke] muur van het meest Z[uidelijke] huis op de Noord-punt van Schokland (Emmeloord)" (afb. 5). De eind punten van een daarbij aangehouden meetlijn (basis) van ruim 24 meter werden verzekerd met bronzen bouten in ondergrondse basalt blokken. Vastlegging 1 bevond zich ongeveer 1,5 meter boven een peilmerksteen - door Bloemendaal vaardig nagetekend - die eraan herinnerde dat op 14 januari 1916 het water daar tot 2,90 A.P. gestegen was; een vloed hoogte die met, naar schatting9, enkele deci meters achterbleef bij die van 4 februari 1825 (afb. 6). De stormvloed van 1916 was de defi nitieve aanleiding tot de afsluiting en gedeel telijke drooglegging van de Zuiderzee, met het einde van Schokland als eiland tot gevolg. NOP-punten Als hoofd van de Bijhoudingsdienst RD informeerde prof. Tienstra zijn medeleden van de Rijkscommissie voor Geodesie (RCG)10 over de voortgang van het project: "Na aansluiting van dit net aan Vollenhove I en Kampen I waren de overblijvende fouten Ax en Ay in Urk I: +196 en -11 mm, in Elburg I: +36 mm en 0 mm, in Urk III: +111 mm en -35 mm. Tenslotte is dit net aan drie punten11 zoowel affien als conform aangesloten en heeft bevredigende resultaten gegeven." Verder uitweidend over de ervaringen, merkte Tienstra op dat de T3-theodoliet van Wild (randdiameter nominaal 14 cm) "door de groote soepelheid in het gebruik uitstekend bevalt, hoewel de resul taten in nauwkeurigheid nog altijd eenigszins achter schijnen te blijven bij die van de 21cm- Wanschaff. Verder is wel gebleken, dat bij de afstanden, die noodig waren voor de bepaling van punten op de Meerdijk Lemmer-Urk, de nauwkeurigheid, die deze instrumenten bieden, volstrekt noodzakelijk is". In dit verband had landmeter Meertens, in mei 1934 met de T3 metend vanaf het monument op de Afsluitdijk è^£>3?y.33 Afb. 5. Centrering NOP 8. Meetschets D.K. Bloemendaal, 23 september 1941, met Vastlegging 1 t.o.v. peilmerksteen '14 januari 1916'. Bron: Bedrijfsmuseum Kadaster-, inv. nr. 1363. Zie ook afbeelding 3. Driezen zal dus in het gezelschap zijn geweest dat in de zomer van 1941 met landmeter Bruins de moeizame tocht naar Schokland ondernam; evenals tekenaar D.K. Bloemendaal en rekenaar F.W. Pieters, die zomer 1941 als leiders van Bruins' twee meetploegen in en rond het poldergebied in de functie van 'waarnemer' velddienst deden.8 Bij een temperatuur van 20° C. zou Bloemendaal in elk geval later, op 23 september, aanwezig zijn bij Afb. 6. NOP 8, peilmerksteen '14 januari 1916' anno 2011. Foto: schrijver itf ocyss c.csili" e.céiS a iy ya 3.y. V' i' 8 De bezigheden van Bruins, Bloemendaal en Pieters, zomer 1941, zijn fragmentarisch te volgen aan de hand van aantekeningen in hun bewaard gebleven zakboekjes (Bedrijfsmuseum Kadaster te Arnhem, inv. nr. 1363 sub. 5). 9 J. ter Pelkwijk, "Overijssels watersnood. Een heruitgave van het verslag van de ramp van 1825", Publicaties van de IJsselacademie nr. 147, Kampen 2002 10 Verslag vergadering nr. 169, d.d. 20/2-1942 11 Volgens prof. Bruins (interview 6-12-2006) de primaire punten Steenwijk I, Kampen I en Urk I. 78

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2011 | | pagina 16