Zelfs peilmerk-
bouten zijn
'viel grosser
instrumenten
en dat men
ook wel
aankoopt op
veilingen.
Circa twee
derde van de
leden is ge
pensioneerd
en 'dus' maken
de nog
actieven een groter deel van het bestand uit dan
bij DHC. Er bleken in Duitsland meer musea te
zijn met geodetische afdelingen, zoals in
Berlijn, Mannheim en München, maar die
zouden volgens Von Stillfried kleiner en
lokaler zijn. De flyer van het eigen museum
zegt het over de instrumentencollectie toch iets
bescheidener: '...die heute neben dem
Deutschen Museum in München die
bedeutendste Sammlung dieser Art darstelt'
3D-moderniteiten
'lm Wandel vom Analogen zum Digitalen' is
de titel van een 76 pagina's tellend boekje, eind
2008 uitgegeven door 'Der Oberbürgermeister'
van de stad Dortmund over zijn Vermessungs-
und Katasteramt. (In 1976 was al een
omvangrijker werk 'Vermessung in Dortmund'
uitgegeven.) Alle DHC-museumbezoekers
kregen een presentexemplaar met een goed
beeld van de stand van zaken tot 2008. Hun
volgende stap in de migratiespiraal was een
vlakdekkend digitaal 3D-stadsmodel. 'Das
1 Om-Höhenraster des Landesvermessungs-
amtes' als basis voor het maaiveld tekent ook
dat men samenwerkt èn dat men daar niet
startte met een terreinhoogte nul.
Gepland was voor buiten een demonstratie met
het Topcon-systeem IP-S2, dat plaatsbepaling
en laserscanning combineert met 360 gr-video,
van Geomij BV door de directeur daarvan:
DHC-bestuurslid John Jansen. Dat met een
'demo' aandacht besteden aan ook de actualiteit
van het vakgebied werd vervangen door ook
een pp-presentatie in het museum. De DHC-ers
waren onder de indruk van het inventariseren
met 30 km/uur, van de 3D-meetmogelijkheden
en de precisie en resolutie. ('Je kunt het
onkruid tussen de stenen zien.') Men kreeg een
flyer mee, maar iedereen kan terecht op www.
geo-mapping.info.
Depot met instrumenten in het gelid
Bezoeken
In de zaal Vermessungswesen kreeg een niet-
landmeetkundig instrument de meest
uitgebreide toelichting van Von Stillfried. Het
betrof een Kreisteilmachine van Kern van rond
1970 ter vervaardiging van hoekmeet-
instrumenten. Van de verdere objecten werd
genoeg herkend en sommige uit vroeger
eeuwen waren zelfs van Nederlandse herkomst.
(Uiteraard was alles ook van publieks-
toelichting voorzien. Hoewel de ruimte werd
vergroot en de opstelling veranderd, toch past
een citaat van Pouls uit 1985 nog: 'De
Nederlandse bezoeker ziet tot zijn genoegen,
dat uitgebreid aandacht is besteed aan de
Bij analoog fotogrammetrisch instrument
68
