Kadastermuseum en rechtsherstel Zachcirias Klaasse Het Kadastermuseum mag zich verheugen in vele soorten bezoekers. Soms heel ver rassend. Zoals onlangs. Een man van een Nederlandse Joodse organisatie belde me of ik iets kon vertellen of laten zien inzake door de vijand geroofde onroerende goederen van Joden. Het ging over de periode 1940-1945. In de veronderstelling verkerend dat de man in Amsterdam woonde, zei ik: Kom morgenoch tend naar Arnhem. De andere ochtend meldde hij zich tijdig in Arnhem. Op mijn vraag of hij een goede reis had gehad vanuit Amsterdam antwoordde hij: Maar ik kom uit Tel Aviv! Ik putte me uit in verontschuldigingen, te meer omdat bleek dat hij al 81 jaar was, maar hij vond er niets ongewoons aan. Aan de hand van de stukken heb ik deze man - voor wie ik grote bewondering kreeg - laten zien hoe het in de oorlog ging. Duitse instanties vroegen aan het Kadaster welke onroerende goederen met name genoemde Joden op naam hadden. Vaak wer den deze onder bewind gesteld van de vijand. Andere werden soms via valse akten geboekt op naam van allerlei duistere figuren. Ook konden stukken worden getoond van het zogenoemde rechtsherstel. Rechtsherstel be tekende dat door de bezetter bedreven onrecht rechtgezet moest worden. Dat lag voor een deel ook in de sfeer van het vermogensrecht. Op dat punt vroegen bij de bevrijding drie problemen om een oplossing: Hoe kon men door de bezetter benadeelde personen zo veel mogelijk in hun rechten herstellen? Wat moest gebeuren met de vermogens van "afwezigen" (bijv. gedeporteerde Joden)? Wat te doen met de goederen van hen die door het Militair Gezag waren opgesloten in afwachting van hun berechting? Bij wetsbesluit van 20 oktober 1944 (Stb. E 133) werd bepaald dat het vermogen van vijandelijke staten (Duitsland, Italië, Japan) en van vijandelijke onderdanen zou overgaan op de Staat der Nederlanden. Dat vermogen en (r«i|Pr h 'Jj< Ook geval zonder rechtsherstel het vermogen van politieke delinquenten werd beheerd door het Nederlands Beheersinstituut. Dat instituut zou tevens één van de afdelingen zijn van de Raad voor het Rechtsherstel. Die Raad was ingesteld op 9 augustus 1945 en was gebaseerd op het Londens Koninklijk Besluit van 17 september 1944 (Stb. E 100). De Raad had de taak om alle vermogensoverdrachten waarbij men van de bezetting had geprofiteerd terug te draaien, tenzij de zaak inmiddels eigendom was van iemand die te goeder trouw was. Men kan begrijpen dat dit een uiterst moeilijk werk was. Er vond slechts rechtsherstel plaats op verzoek. Vele verzoeken werden echter nooit gedaan, omdat alle betrokkenen waren overleden bijvoorbeeld na wegvoering naar concentratie kampen. En naar de onroerende goederen van die personen ging de belangstelling van mijn bezoeker uit. Hij vertrok met veel informatie weer naar Tel Aviv, waar hij sinds 1946 woont, omdat hij Nederland niet veilig meer vond, mij met vele gedachten achterlatend. 113 ■•l||«aiih^pmm|nduitur ■da, d«u u, >nt, p.144 Kfldattw, SJ, "ui*, Mr «■lüMHhtiwHka "U-a in in»» iiru,rn«h<m*n Htliia) iit'iauuiikriiiiins ■Mu-albuaohiM 17 f5 KM,*r v"n «Mttrlihnl IV»htnit»f(lhrunij dias» u«f«nLp hal au «nr.« nii af* aur yoir,».

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2011 | | pagina 11