Fragment van de stadsplattegrond van Franeker op de kaart in de "Beschrijvinge van Schotanus met de "M"
als aanduiding van het huis van Fullenius sr
diverse malen afgevaardigde van de classis
Leeuwarden naar de Friese Synode. Het is
verwonderlijk dat hij ondanks zijn Duitse
komaf toch revisor van de Statenvertaling
werd. Hij overleed waarschijnlijk vóór 1637.
Een portret van hem bevindt zich onder num
mer 11 in het Rijksmuseum Twenthe.
Fullenius sr: In 1602 te Leeuwarden gebo
ren als derde kind van Bernhardus Fullenius
(de oude) en Atke Bockesdr. Abbema. Er
werd vermeld dat hij op 28 mei 1621 "stu
dent linguarum acphilosophiae was in Fra
neker en daarna op 28 augustus 1627 student
"thelogiae te Leiden. Zijn carrière verloopt
voorspoedig, want op 18 december 1629
werd hij door de Gedeputeerde Staten van
Friesland al benoemd tot hoogleraar Ooster
se talen in Franeker voor f 600 per jaar. Drie
jaar later vinden wij hem echter na zijn be
noeming op 28 mei 1636 als hoogleraar wis
kunde in Franeker. Hij besloot zijn loopbaan
met een benoeming tot rector aldaar in 1640
en 1651. Hij trouwde in 1632 met Ebel Hinc-
kena van Hinckenborch en overleed op 27
januari 1657. Het is verwonderlijk dat hij tot
1636 docent is in Oosterse talen, maar wat
later in datzelfde jaar benoemd wordt als pro
fessor in een geheel andere wetenschap, en
wel voor een jaartraktement van 700 pond als
professor-mathesios, als opvolger van wijlen
professor Adriaan Metius, die overleed in
1635. Zijn jaarwedde werd in 1648 verhoogd
tot 887 carolusguldens. Fullenius sr leidde
ook landmeters op, waarbij in navolging van
Metius, de colleges in het Nederlands werden
gegeven en niet in het gebruikelijke Latijn.
Hij leidde 19 promoties in de Landmeet
kunde, waarvan de eerste plaatsvond in 1641
(mogelijk waren dat slechts uitreikingen van
een bul). Ook was hij betrokken bij de her
uitgave van twee werken van Metius, en wel
"Manuale arithmeticae en "Arithmeticae
libri duo et geometriae libri VI". Fullenius sr
geeft volgens een "Ordo Lexionium et horo-
rum in Franeker colleges over de opmeting
van de aarde, en wel in 1647 met als titel
"Geodesiam profitetur" en in 1649 met als
titel Geographiam Geodesiam alternis
biduisprofitetur". Het blijft merkwaardig dat
er van na 1636 weinig of niets in het genea
logisch jaarboek wordt geschreven over zijn
eerste studierichtingen 'talen, theologie en
filosofie'. Blijkbaar lagen landmeetkunde
en wiskunde hem beter en mogelijk zijn
honorarium ook, want in de jaren 1648-1656
ontvangt hij 1000 carolusguldens per jaar.
116
4 J. Dirks, De Vrije Fries, jaargang VI, Friesch genootschap Leeuwarden 1853
5 J. Keuning, De Vrije Fries, Bernhardus Schotanus a Sterringa Fries Genootschap en de Fryske Akademy 1955