als deze gebruikelijk, zeer wisselende
schrijfvaardigheid. Werkelijk onvoorstelbaar
wat er in de loop der tijd allemaal bedacht,
beproefd en gerealiseerd is. Heel vaak tegen
de verdrukking door kerk en adel in, want een
kadaster geeft inzicht in je vermogenspositie en
wanneer je dat door politieke druk kunt beletten
zul je dat zeker niet nalaten. Tegenkrachten,
hoewel bescheiden, waren er soms ook, van
landmeters die aan het werk wilden blijven
nadat de opnemingen waren afgerond en de
noodzaak van bijhouding (ook in deze bundels
amper uitgewerkt overigens) beseft werd!
Alle bijdragen samen geven een bijzonder
indrukwekkend beeld van de maatschappelijke
en politieke achtergronden en van de voortgang
van de werkzaamheden, maar net als bij het
boek van Kain en Baigent mis ik toch steeds
weer een goed overzicht van wat er nu precies
aan kaarten en/of registers werd geproduceerd
en hoe die onderdelen van een kadaster in
elkaar grepen. Het illustratiemateriaal schiet
daar ook in te kort. Duidelijk wordt wel, dat
kaarten eigenlijk niet nodig zijn voor een
belastingkadaster: het gaat hoogstens om de
oppervlakte, niet om de grenzen. In het totale
beeld maakt onze landgenoot Frank Keverling
Buisman een uitstekende indruk met een
doorwrocht maar toch beknopt betoog over
het Nederlandse kadaster en zijn vroegere
voorgangers, inclusief ook de elders nogal
onderbelichte rechtszekerheidsaspecten.
Een goede aanvulling op al dit moois is de door
dezelfde organisatie, het Comité pour Thistoire
économique et financière de la France,
uitgegeven zeer uitvoerige bibliografie van
Paul-Marie Grinevald: Le Cadastre, guide des
sources. Deze is, als pdf-bestand, gratis te laden
van: http://www.comite-histoire.minefi.gouv.
fir/fiscalite/cadastre/le-cadastre.-introduction
Frankrijk, Duitsland, België
In Nederland is het huidige kadaster opgezet
volgens onder Napoleon uitgevaardigde regels.
Hetzelfde geldt voor onze buurlanden België
(dat korte tijd tot eenzelfde koninkrijk als
Nederland behoorde!) en Nordrhein-Westfalen
(niet geheel Duitsland). Daarover, en over het
"moederland" Frankrijk is natuurlijk ook het
nodige geschreven.
Parijs 2007
Frankrijk
Pierre Clergeot (red.), Cent millions de
parcelles en France. 1807 - Un cadastre pour
l'empire. Paris: Publi-Topex 2007. ISBN 2-
9519379-5-4.
Dit is een jaloersmakend prachtboek, door
de Direction Génerale des Impöts en l'Ordre
des géomètres-experts uitgegeven. Goed,
beknopt maar toch behoorlijk diepgaand
geschreven, met de rijke voorgeschiedenis (ook
die van de niet perceelsgewijze cadastres par
masses de culture), fraaie lay-out, schitterend
geïllustreerd met portretten van mensen
die er toe deden en fraai en ook relevant
kaartmateriaal, met achterin een mooi overzicht
van allemaal elementen uit de kadastrale
kaart op basis van een woordenboek uit 1850.
Klasse! Enige problemen: waar zijn de bij de
kaarten behorende registers, zoals de Franse
equivalente van Oorspronkelijke Aanwijzende
Tafel (OAT) en de leggers? En hoe ging het
later verder, na de instorting van Napoleons
keizerrijk? Uit andere boeken, hier niet te
bespreken, blijkt dat het na de eerste, ook
niet vlekkeloos verlopen, opzet in Frankrijk
een zootje werd (ook door tegenwerking
van conservatieve krachten): de registers
werden, zo goed en zo kwaad als dat ging, wel
bijgehouden, maar de kadastrale plans niet.
Dat hangt er ook mee samen dat in Frankrijk
Cent millions
de parcelles
en France
ïi
807 - Un cadastre pour l'empire