burgemeester en schepen van Frankfurt) op
zijn tweede reis van december 1709 tot april
1711 Noord-Europa. Hierbij verzamelden zij
tijdens hun bezoeken in Friesland interessante
informatie over de wetenschappelijke wereld
van de Academie van Franeker en de omgeving
van Fullenius jr. Hij maakte van zijn reizen
Duitstalige aantekeningen, die in 1853 in het
Nederlands zijn vertaald door mr. Jacob Dirks
en zijn gepubliceerd in De Vrije Fries, jaargang
VI, van 1853.
Von Uffenbach
Deze Von Uffenbach had in Franeker een ont
moeting met de docent Willem Loré en schreef
daar het een en ander over:8
'Den 22. April (1710), des morgens, bezoch
ten wij den prae-lector in de meetkunde Loree
(Willem Loré) (25). Deze is een nog jong man,
van in de 20 jaren, te Leeuwarden als weeskind
opgevoed, en die, zonder de Latijnsche taal in
zijne jeugd geleerd te hebben, het in de ma
thematische wetenschappen zoo verre gebragt
heeft, dat hij die met grooten toeloop alhier
onderwijst. Het is een klein beleefd manneke,
dat ons niet slechts eenen tamelijken voorraad
mathematische boeken, maar ook werktui
gen (meest uit de nalatenschap van Fullenius
gekocht), vertoonde. Wat de boeken betrof, zoo
waren het gedeeltelijk oude, het meest echter
nieuwe Nederlandsche en Fransche mathema
tische schrijvers. Echter had hij ook het een en
ander Latijnsch boek, welke taal hij nog altijd
bezig is aan te leeren.'
Dat was wel wat verklaarbaar, omdat Loré geen
academische vorming had gehad en het klaar
blijkelijk voor zijn functioneren op de Acade
mie noodzakelijk was het Latijn te beheersen.
'Instrumenten waren er vrij wat, maar meest
gewone, die men tot onderrigt en betoog noodig
heeft, zoo als allerlei kassen met cirkels, astro
labia, sphaerae alle zeer net, maar van eene
eenigzins oude uitvinding, armillares, globen
en dergelijke. De instrumenten waren alle zeer
net, maar van eene engszins oude uitvinding.
Het merkwaardigste daaronder was een kaar-
tenpasser, om afstanden op landkaarten te me
ten. Van deze bedienen zich vooral de schippers,
en zij zijn zeer gemakkelijk en gerijfelijk, omdat
men ze in een oogenblik van voren met de vin
gers toedrukken, en van achteren met de hand
openmaken kan. Bij de globen had hij ook eene
hemel-kaart, in plano, deze bestond uit eene in
koper gegraveerde plaat, zoodanig op bordpa
pier opgeplakt en te zamen gevouwen, dat men
die gemakkelijk op reis konde medenemen. Voor
zijn gebruik waren echter daaraan vastgehecht
uitgesnedene, en op bordpapier afzonderlijk
geplakte, cirkels, en wel zoo, dat men ze om kon
draaijen, en daardoor hetgeen men verlangde,
even als op eene echte globe, vinden kon.
Deze globen of kaarten werden gemaakt door
eenen leermeester in de wiskunst te Amsterdam,
genaamd van der Molen, onder dezen titel:
Onderwys in het gebntyk van hemel globen Am
sterdam bij Joh. Loots, in de nieuwe brugsteeg.
Loré had nog verschillende soorten van deze
globen in plano. Ook toonde hij ons eene bij
zondere soort van vestingmodellen. Deze waren
van gebakken groen en bruin geglazuurde aar-
dene bolwerken en andere stukken worden eerst
gevormd dan als pottebakkers werk gebakken,
daarna geglazuurd en dan weder in den oven
gedaan. Men kon op deze wijze zulke modellen
van porcelein maken, die zeer net zouden zijn.'
Uit zijn aantekeningen bleek dat ook andere,
niet-landmeetkundige onderwerpen in het
contact met Loré werden besproken, zoals
"gezigtkunde, en glasblazen Voorts tekende
hij in het slot van zijn aantekeningen nog wat
op over Loré:
"Hij was de ontwerper van de overdijking Van
het Dockummerdiep en de nieuwe zijlen bij
Engwierum, van den Koudummer slaperdijk,
en de sluizen te en bij Galamadammen, van den
slaperdijk bij Surig, enz. Stierf als buitenge
woon hoogleeraar in de Wiskunde, den 22. Mei
1744"
Op latere leeftijd werd Loré op 1 juli 1743 toch
nog benoemd tot "Extra-ordinaris Professor
Mathesos", maar overleed dus daarna al snel,
namelijk op 22 mei 1744 te Franeker. Hij werd
in 1747 opgevolgd door Nicolaas Ypey (1714-
1785).
Von Uffenbach en zijn overige aantekeningen
Von Uffenbach was op zijn reis vergezeld van
zijn broer Friedrich Johannes en maakte, zoals
21
8 J. Dirks, De Vrije Fries, jaargang VI, Leeuwarden 1853