van de grootste soorte, 28 duim in haren
Diameter: seer curieus, met wassene Dek
- kleeden over deselve.
56 Twee groote houtene Quadranten, met
koopere plaaten op de kanten beslaagen;
curieus verdeeld, met een groot Pedestall.
57 Een groot houten Radius Astronomicus van
Metius.
58 Eenige oude Mathematische Instrumenten,
so, Sphaerae, als Aard en Hemel Globen;
en andere, van verscheyden gebruik
59 Verscheidene Linealen.
60 Maan en Eclyps-Wijser, met desselfs ge
bruik daar by, door van der Moolen.
61 Een Instrument-kas met twee glasene Deu
ren.
62 Drie Weer-glasen, so Hermo-Meters als;
Baro-Meterswelker ene seer curieus is
Veel instrumenten uit deze opgave, zoals
astrolabia en kwadranten, hebben bekende
namen en behoeven geen verdere uitleg. Een
aantal van de beschreven instrumenten is voor
landmeters van deze en de vorige twee eeuwen
echter onbekend, ze werden al niet meer in deze
eeuwen gebruikt. Nummer 21, een Proportio-
nale Passer, is een reken werktuig waar in 1618
al een boek over verscheen.8 Hij wordt ook ver
meld in de recente beschrijving van een door
Museum Boerhaave verworven dubbelportret
van een onbekende meester.9 De linkerhand van
de dame rechts op het dubbelportret rust op een
proportionaalpasser. Eind 2011 nog adopteerde
een familie een proportionaalpasser uit dat
museum (zie de rubriek Historisch Nieuws).
Voorts is het bijzonder dat onder de instrumen
ten als nummer 36 ook twee "stockrekeningen"
zijn genoteerd. Deze "stocken" werden ge
bruikt om volgens de methode die Joh. Napier
had ontwikkeld wat efficiënter en nauwkeuri
ger te kunnen cijferen. Adriaan Metius heeft in
de Nederlandse uitgave van zijn werk van 1633
"Manvale enz" deze methode in het vierde
capittel "Stockrekeninge of Rabdologia" in 17
bladzijden uitvoerig beschreven.10
MUSYC - instrumenten
Na deze opgave van geodetische instrumenten
volgt een lijstje van de muziekinstrumenten van
Fulienius jr., bestaande uit:
'Een groot Clave Symbal, met een Voet, door
Andr. Rutgerus. Een Clave Cordium. Een Idem.
Een Spinetje, seer curieus. Twee Trompetten
Marin. Een Viool de Bas, van Jan Boumeester.
Een Cyther. Een Kryterke. Een geheel Accoord
Fluiten, in ses onderscheidene Fluiten bestaan
de. Een Viool van Hendrik Jans.
KONSTPRENTEN
van allerhande soorte, so in de swarte als in de
Teikenkonst:
Dit kleinste hoofdstukje uit de catalogus
beschrijft in een aantal posten de verzameling
kaarten van junior, waarvan hier twee worden
geciteerd, aldus:
10 De drie deelen van Friesland, als Ooster-
goo, Westergoo en Sevenwouden, door
P: Schotanus
11 Verscheidene Kaarten van byna alle ge
westen des Weerelds, Koningrijken
Republijken etc.
Hieruit blijkt dat de bescheiden kaartenverza
meling van Fulienius jr. bestond uit handgete-
kende en gedrukte kaarten. Het is merkwaardig
dat in de catalogus van 1709 deze drie "goën-
kaarten" als nummer 10 werden genoemd.
In het contract dat Gedeputeerde Staten van
Friesland in 1695 sloten met Bernardus Schota
nus werd onder punt 2 overeengekomen dat ook
"de kaerten van Oostergo, Westergo en Seven-
wolden" deel zouden gaan uit maken van de uit
te geven atlas. Bij het verschijnen in 1698 van
de bekende Schotanus-atlas ontbraken echter
deze kaarten, aldus J. Keuning in zijn bijdrage
over Bernhardus Schotanus a Steringa." Maar
in een verklaring in het voorwoord van de
heruitgifte van de (atlas)-kaarten van Vegelin
van Claerbergen blijkt dat in 1715 de koperpla
ten van de drie kaarten nog niet geheel gereed
bleken te zijn, toen Francois Halma, met een
aantal andere, de zeven koperen platen van de
drie "go-en" in ontvangst nam.
24
8 D. Henrion, Usage du compas de Proportion, Paris 1618
9 Geo-Info 2011 -7/8, p. 33 en DHC 2011 -3 p. 86
10 A. Metius, Manvale.., Amsterdam 1633
11 J. Keuning, De Vrije Fries 42e deel, 1955