Polytechnische School te Delft, beschrijft de theodoliet in zijn 19de eeuwse werk over landmeten en waterpassen en is daarmee, bij mijn weten, de eerste Nederlandse auteur die dat doet.18 Het begin van de 20ste eeuw zou wederom een impuls geven aan het succes van de theodoliet. Het is in deze periode dat Heinrich Wild voor Carl Zeiss een ontwerp maakt van een theodoliet met glazen cirkels. Niet alleen is het instrument veel kleiner en lichter dan voorheen mogelijk was, maar ook nauwkeuriger, ondanks de kleinere afmetingen. Dit instrument, de Carl Zeiss Thl, kwam in 1924 op de markt en werd hier in Nederland door, toen nog als assistent in de geodesie verbonden aan de Technische Hogeschool Delft, ingenieur Wim Schermerhom getest. Uit deze test bleek de opmerkelijke nauwkeurigheid van de randverdeling van 0.5 boogseconden. De gemiddelde fout van een enkele waarneming kwam op slechts 2 boogseconden, een waarde die destijds alleen geëvenaard kon worden met de theodolieten van Wanschaff met een randdiameter van 14 en 16 centimeter.19 Voor hogere nauwkeurigheid was men aangewezen op nog grotere instrumenten. Met de komst van elektronica verdween de optische theodoliet van het toneel. Op haar website schrijft de Firma Leica dat "The era of purely mechanical or optical instruments is over."20 Optische en mechanische theodolieten komen nog wel in de leerboeken voor en ook op bijvoorbeeld de opleiding Ocean Technology (voorheen Opleiding Hydrografie) aan het Maritiem Instituut Willem Barentsz op Terschelling maak ik nog steeds graag gebruik van een Wild T2 om de studenten de beginselen van het landmeten bij te brengen. Van de meetketting zou je verwachten dat die reeds lang volledig uit het zicht verdwenen zou zijn. In de Nederlandse literatuur komt hij na 1960 niet meer voor, terwijl in Engeland in 1973 nog een boek uitgegeven werd over landmeten, met daarin maar liefst twee hoofdstukken over het meten met de ketting.21 Dat in sommige delen van de wereld het instrument kennelijk nog steeds gebruikt wordt, blijkt uit een Indiaas werk van S.K. Roy. Dit werk, waarvan de eerste druk uit 1999 stamt, besteedt nog steeds aandacht aan de meetketting. De auteur schrijft erover: "Chains are used to measure distances when very great precision is not required. In our country [India] it is frequently used though in other countries it is being gradually replaced by tapes. In India link type surveying chains of 30m lengths are frequently used in land measurement."22 Werd twee eeuwen geleden de meetketting nog boven de theodoliet geprefereerd, nu is de optische en mechanische theodoliet verdwenen, maar rammelt de ketting nog voort. De meetketting uit het werk van Roy De Carl Zeiss Th 1 (coll. auteur) vergeleken met een theodoliet met een rand van 33 cm (coll. bevriend verzamelaar) 18 Ch.M. Schols, Landmeten en Waterpassen TEKST, vijfde druk, Breda 1894. De eerste druk verscheen in 1878. 19 W. Schermerhorn, 'Vergleichung des neuen Zeiss-Theodolites mit heutigen Konstruktionen', in: Zeitschrift für Instrumentenkunde, XLV Jahrgang, Januar 1925, pp. 16-35 20 http://www.leica-geosystems.com/en/Construction-Theodolites_31460.htm, laatst geraadpleegd op 15/04/2012 21 K.M. Hart, M.P.M. Hart, Usill's Practical Surveying, A Text-book for Students., London 1973 22 S.K. Roy, Fundamentals of Surveying, New Delhi 2004, p. 30 53

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2012 | | pagina 15