Godefridus van
gewicht
Amelsvoort, landmeter
en man van
ing. Martien van Zoeren
Tijdens het lezen van een boek over de
geschiedenis van de steenweg van Den Bosch
naar Luik1 kwam ik de naam van landmeter G.
van Amelsvoort2 tegen als vertegenwoordiger
van het stadsbestuur van Den Bosch. Hierbij
stond vermeld, dat hij een weegbrug had
uitgevonden, waarvan het ontwerp met tekst
in sterk verkleinde vorm als illustratie was
toegevoegd. De letters waren te klein om
te lezen. Omdat mijn interesse was gewekt,
besloot ik op zoek te gaan naar de originele
tekening.
In het Oud Stadsarchief van de gemeente
's-Hertogenbosch bevinden zich de meeste
gegevens waaruit de geschiedenis van
de Steenweg kan worden herleid. Onder
inventarisnummer 4547 vinden we een map
met notulen waarin landmeter Van Amelsvoort
ten tonele verschijnt, als hij deel uitmaakt van
een driepersoonsdelegatie van Den Bosch, die
op 13 september 1740 overleg voert in Luik.
In de notulen van 5 oktober 1740 vinden we
hem terug bij het overleg met de Raad van
State over de inhoud van het octrooi de
toestemming) waarbij zijn ontwerpen van een
mobiele weegbrug ter sprake komen als het
over het aantal tolhuizen gaat. Zijn tekeningen
en gebruiksaanwijzingen zijn aan de notulen
toegevoegd en kunnen daarom bij dit artikel
gepresenteerd worden. De geschreven tekst
spreekt voor zich, alleen moet u weten, dat lb
libra de afkorting voor pond is en dat in de
eerste tekst de 1 iets is dichtgevloeid, waardoor
het lijkt of er een 3 staat.
De aanleiding tot het aanleggen van de weg3
Door het uitbreken van de Oostenrijkse
Successie-oorlog in 1740 stagneerde
het vrachtverkeer tussen Holland en het
Prinsbisdom Luik over de gangbare routes in
het oorlogsgebied Vlaanderen. Hierdoor liep
de handel forse schade op. De alternatieve
scheepvaartroute over de regenrivier de
Maas bood vanwege de sterk wisselende
waterstanden geen perspectief om het
probleem te omzeilen. Daarom ontstonden
er in Den Bosch plannen, ingefluisterd
door Luikenaren, om een deugdelijke
wegverbinding met Luik aan te leggen, waarbij
Den Bosch als overslaghaven kon fungeren en
het oorlogsgebied werd vermeden. Om deze
plannen te kunnen realiseren moest er heel wat
voorwerk worden verricht om de neuzen van
alle belanghebbenden in dezelfde richting te
krijgen. Alle plaatsen langs de route wilden een
vinger in de pap hebben, maar de belangrijkste
gesprekspartners waren de Grootkanselier van
Luik, die bij zijn bisschoppelijke geheimraad
en de Luikse Staten voor een aansluitend tracé
moest pleiten, en de Raad van State namens
de Staten-generaal der Nederlanden, die het
octrooi dienden te verlenen voor de aanleg van
het Nederlandse deel van de weg. In dit octrooi
werden allerlei zaken uitvoerig geregeld, zoals
de financiën, het onteigenen van gronden en
gebouwen, de afmetingen van het wegprofiel,
de breedte van de verharding, de beplantingen,
het onderhoud en het aantal tolhuizen die voor
de noodzakelijke inkomsten moesten zorgen.
Het octrooi werd op 3 februari 1741 verleend.
54
1 Vercauteren, F. E. M, De Aanleg van de Straatweg 's-Hertogenbosch-Best als deel van de verbinding met Luik (1740-1745),
Nijmegen 1956, p. 108 en 109
2 Teeling, P. S, Repertorium van Oud-Nederlandse Landmeters, 14e tot 18e eeuw. Deel II, Kadaster 1981, p. 236.
Landmeterscommissie verleend door de Raad van Brabant op 23 februari 1697
3 nl.wikipedia.org/wiki/Steenweg_op_Luik