Astronomische plaatsbepaling, zeemansgidsen
en hydrografie in de 17 de eeuw
voor 100 gulden gefabriceerd kon worden,
werd door de Raad van State niet in het
octrooi opgenomen, zodat de tollen niet
van een weegbrug werden voorzien. Men
bedacht later een administratieve oplossing
met boetes voor degene die het gewicht fout
had beoordeeld en stond een afwijking van
10% toe. De beweegredenen van de Raad
van State kennen we niet, vermoedelijk
verwachtten zij een extra punt van onenigheid
bij het plaatsen van de vrachtkar op de balans,
waarbij het zwaartepunt van het totaalgewicht
precies boven de uitgepaste markering moest
liggen.5 Een kostenverhogende factor was
ook het jaarlijks voorgeschreven ijken van
de gewichten, daarom ging Van Amelsvoort
er bij zijn eerste ontwerp prat op dat hij met
maar vijf gewichten 4000 pond in onderdelen
van 200 pond kon afwegen. Uiteindelijk
werd de minimale afstand tussen de tollen
voorgeschreven op drie kwartier gaans, dus
4238 m. De ontwerpen van de weegbruggen
verdwenen tussen de notulen, waardoor we
270 jaar later opnieuw aandacht aan de
uitvinding van landmeter Van Amelsvoort
kunnen besteden.
Jeroen Mohrmann 1-» tylj IV!
cqmtenant
theorie et LA
In de Gouden Eeuw van de astronomie
en wiskunde werd door middel van
hydrografische en geodetische survey's
een systematiek ontwikkeld waarmee,
op eenduidige manier, sterposities met
geografische posities gekoppeld werden.
Deze werkwijze vormde de basis voor op
elkaar passende hydrografische en geodetische
kaarten. Aangetoond zal worden dat in dit
proces de universiteiten te Leuven, Leiden en
Franeker een sleutelrol speelden.
Lang voordat hét Lengtegraadprobleem door
de Britse overheid in 1714 gedefinieerd
werd was dit al door de klassieke Griekse en
de Chinese astronomen en wiskundigen op
hoofdlijnen opgelost. De Chinezen beschikten
rond het begin van de westerse jaartelling
over astronomen en wiskundigen die met hun
hoekmeetinstrumenten en tijdmeting onze
moeder aarde door middel van "zeeplaatsen"
aan de sterren koppelden.1 Zij berekenden de
geoïde en onderwezen deze kennis aan de hand
van een sterrenglobe (ook wel: armillairsfeer).2
Andere oude beschavingen hadden hiervoor
vergelijkbare oplossingen, die in naslagwerken,
zoals van Moritz Cantor (zie noot 12),
beschreven worden.
Vervolgens zorgden de Jezuïeten in de
periode 1534-1773 voor de omzetting van de
klassieke Chinese wijsheden naar de vakken
astronomie, hydrografie en wiskunde zoals
die, in de laat-16de en de 17de eeuw in Italië,
Frankrijk, Portugal, Spanje en de Nederlanden
56
4 Tijdens het wachten in de file voor de tol?
5 Een tweewielige kar met een gewicht van ca. 2000 kg is
moeilijk te verplaatsen, zeker op een weeginstallatie.
ACTtóVE DE TOVTES LES
LA NAV^AOL.V
fit* It Tft
bind I'cqun
HICHEC
si I
jyic"ntwiise.» »r
Titelpagina van
een der oudste
gedrukte
hydrografische
studieboeken,
geschreven dooi
de Jezuïet
Georges
Fournier
(1595-1652):
Hidrografia 1643