met al twijfelde ik voor de eerste keer sterk of de afbeelding op de grafzerk van Jacob Laurentius wel werkelijk als een Jacobsstaf zou kunnen worden aangemerkt. Wat deze twijfel ook nog versterkte was de hoekwaarde van de door de grafzerkenhouwer gesuggereerde opgemeten hoek, die kan worden bepaald op een dertig graden. Op de afbeeldingen van de vier genoemde publicaties over de Jacobsstaf zijn deze uitgetekende hoeken alle tussen de 40 en 56 graden, welke waarden wel wat meer de poolshoogte benaderen van de breedtegraad van West-Europa. De genoemde poolshoogte van 30 graden gaf rond 1600 een positie aan die ver buiten dit gedeelte van Europa lag. Een kruishout De tweede kleine gebeurtenis die mij een volstrekt ander inzicht gaf, was toen ik onlangs op een plank van mijn boekenkast een oud meetgereedschap van mijn vader bezag. Het was een zogenaamd kruishout, dat hij bijna honderd jaar geleden kreeg toen hij als timmermansleerling in dienst trad bij Jansoom Holsbrink (mijn oudoom), timmerman aannemer te Almelo. Dit meetgereedschap diende er voor om, wanneer ingesteld op een bepaalde maat, met een aangebracht metalen pennetje een evenwijdige kras als toekomstige zaagsnede aan te brengen op een af te zagen gedeelte van een plank, een balk of een te maken kozijnstijl. Dit kruishout is ongeveer 30 centimeter lang met een verschuifbaar blokje met een diameter van 7 a 8 centimeter. Het vertoont een drietal letters van namen van voorgaande eigenaren-timmerlui, waaruit zou kunnen worden geconcludeerd dat het kruishout wel eens zou kunnen stammen uit de tweede helft van de 19e eeuw. Ongeveer 8 centimeter van het linkereinde is met een timmermanspotlood een "0-streep" aangebracht. Wanneer het blokje ingesteld wordt op deze "0-streep" valt de sterke overeenkomst op met het op de grafzerk van Jacob Laurentius uitgebeitelde instrument. Bovendien lijkt de lengte van de Jacobsstaf op de grafzerk wel ongeveer identiek te zijn met de lengte van de op deze zerk ook ingebeitelde onderarm van ruim 30 centimeter. Op de hierbij afgebeelde plaatjes van de beide meetinstrumenten zijn op basis van bovengenoemde afmetingen de "kruis- meetinstrumenten" op een ongeveer gelijke schaal afgedrukt. Hierop is duidelijk zichtbaar hoe beide "kruishouten" aan elkaar gelijk blijken te zijn. Slot Gelet op de beschrijvingen in de geciteerde literatuur en de hierbij afgedrukte afbeeldingen kan wel worden geconcludeerd dat de afbeelding op de grafzerk nimmer een Jacobsstaf geweest heeft kunnen zijn met een lengte van bijna één meter, maar wel een kruishout ter lengte van ongeveer 30 centimeter. Een veronderstelling zou kunnen zijn dat de grafzerkenhouwer wel, gelet op de voornaam van de overleden Jacob, beoogde een Jacobsstaf af te beelden, maar een kruishout uit de timmermanskist (van Jacob Laurentius?) als voorbeeld nam om op de grafzerk een Jacobsstaf te suggereren. Weliswaar zou dat dan toch in deze bijdrage een nieuw licht werpen op de afbeelding van de Jacobsstaf van de grafzerk van Jacob Laurentius. De eindconclusie is echter dat de afbeelding op de grafzerk zeker geen Jacobsstaf is en dat Laurentius evenmin landmeter geweest is, maar wel een bekwaam bouwkundige. Wat laatstgenoemde opmerking over het kruishout uit de timmermanskist betreft, nu weer tot slot: "Wie zal dat nu nog weten 69 Kruishout op "O" ingesteld (foto Henk Holsbrink) Kruishout op grafsteen (foto Jan Holsbrink)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

De Hollandse Cirkel (DHC) | 2012 | | pagina 31